ECLI:NL:RBDHA:2021:4465

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 april 2021
Publicatiedatum
30 april 2021
Zaaknummer
NL21.5044
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Zimbabwaanse eiser wegens ongeloofwaardige politieke activiteiten en risico op vervolging

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 april 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Zimbabwaanse nationaliteit, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser sinds 2013 politiek actief is voor de oppositiepartij 'Movement for Democratic Change' (MDC) en dat hij problemen ondervindt door zijn activisme. Eiser heeft verklaard dat hij ontvoerd en mishandeld is door de autoriteiten vanwege zijn politieke activiteiten en vreest bij terugkeer naar Zimbabwe te worden vastgezet of vermoord.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van eiser over zijn politieke activiteiten niet geloofwaardig zijn. De overgelegde documenten ter onderbouwing van zijn lidmaatschap en activiteiten zijn niet authentiek bevonden. Eiser heeft niet voldoende gedetailleerde informatie verstrekt over zijn politieke activiteiten, zoals data, locaties en andere betrokken leden. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft gesteld dat eiser zijn asielrelaas niet aannemelijk heeft gemaakt.

De rechtbank heeft ook overwogen dat de gestelde problemen door het politieke activisme van eiser ongeloofwaardig zijn, vooral omdat hij in staat is geweest om legaal in en uit Zimbabwe te reizen zonder problemen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat hij niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel. De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, en is openbaar gemaakt op 26 mei 2021.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.5044

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser, V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. J.W.F. Menick),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.J. Hofstra).

ProcesverloopBij besluit van 26 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde asielprocedure afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 april 2021. Eiser en zijn gemachtigde waren aanwezig. Als tolk is H. Abdulla verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser heeft de Zimbabwaanse nationaliteit en is geboren op [geboortedag] 1984.
Vanwege zijn politiek activisme voor de politieke oppositiepartij ‘Movement for Democratic Change’ (MDC), wordt eiser gezien als verrader door de regerende Zanu-PF partij. Hij is ontvoerd en mishandeld en vreest bij terugkeer te worden vastgezet of vermoord door de autoriteiten.
2. Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst en de werkzaamheden voor Zimbabwe Farmers Union geloofwaardig geacht. Het politiek activisme voor de MDC en de problemen als gevolg hiervan en zijn betrokkenheid bij project ‘Fit for Life’ zijn niet geloofwaardig geacht.
Wat vinden eisers en verweerder in beroep?
3. Eiser voert aan dat hij gevaar loopt door zijn werkzaamheden voor de boerenvakbonden en de politieke activiteiten voor de MDC. De vier overgelegde brieven ondersteunen zijn asielrelaas. Aangezien verweerder twijfels heeft over de overgelegde stukken en de verklaringen van eiser had er nader onderzoek ingesteld moeten worden, onder andere door eiser aanvullend te horen. Nu dit niet is gebeurd heeft verweerder de samenwerkingsverplichting geschonden en is het besluit onzorgvuldig tot stand gekomen. Met de overgelegde kogelbrief heeft eiser willen aantonen dat het doel van de afzender is om alle leden van de MDC bang te maken. Eiser heeft voorts gewezen op de Patriot Bill, nu deze wet gemaakt is om alle kritiek op de regering tegen te gaan. Nu eiser al eerder is ontvoerd en mishandeld loopt hij bij terugkeer een reëel risico op schending van artikel 3 EVRM. In beroep heeft eiser nog een verslag met foto’s van de ZFU/Barclays Community Service Day d.d. 30 november 2018 overgelegd.
4. Verweerder heeft gemotiveerd op de beroepsgronden gereageerd.
5. Op de specifieke argumenten van partijen gaat de rechtbank hierna in, voor zover dat nodig is.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
De overgelegde stukken met betrekking tot de MDC
6.1
Ter onderbouwing van zijn lidmaatschap heeft eiser stukken overgelegd, waaronder twee brieven gedateerd op 18 juni 2019 afkomstig van ‘the Office of the Secretary General’ en een brief afkomstig van ‘the Department of Legal Affairs’. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat deze 3 brieven authentieke documenten zijn. Daarbij is allereerst van belang dat het gaat om kopieën. Ook zijn ze ondertekend door dezelfde persoon, maar komen de handtekeningen niet overeen. Daarnaast is het vreemd dat de brief van 18 juni 2019 tweemaal is overgelegd, terwijl alleen de tweede voorzien is van een stempel. De overgelegde lidmaatschapskaart is een kopie, waardoor de authenticiteit niet kan worden vastgesteld. Daarbij wordt met deze kaart niet het politiek activisme van eiser onderbouwd. Dit geldt ook voor de overgelegde verklaringen van vier andere partijleden en de WhatsApp-berichten. De overgelegde kogelbrief is niet aan eiser geadresseerd en ziet op een demonstratie die na het vertrek van eiser heeft plaatsgevonden.
Verweerder heeft dan ook kunnen stellen dat eiser zijn politiek activisme door de overgelegde stukken niet aannemelijk heeft gemaakt.
De verklaringen over politiek activisme
6.2
Eiser heeft verklaard sinds 2013 politiek actief te zijn bij de MDC en als regiomanager van deze partij leden te hebben geworven door flyers en petten uit te delen en mee te denken over de strategie om meer leden te werven. Verweerder heeft zijn verklaringen over zijn politieke activiteiten oppervlakkig en algemeen kunnen achten. Hij heeft niet de context kunnen schetsen waarbinnen zijn politieke activiteiten plaatsvonden. Daartoe is van belang dat eiser wel heeft verklaard welke activiteiten hij voor de partij verrichtte, maar noemt hij daarbij niet op welke data dat was, op welke locaties of bij welke gelegenheden.. Hij heeft niet inzichtelijk gemaakt wat voor werkzaamheden hij buiten een bepaald verkiezingsjaar om verrichte. Ook laat hij na inzicht te verschaffen met welke andere leden hij deze activiteiten verrichte en heeft hij in zijn verklaring geen namen genoemd van andere leden van de partij of van de kopstukken van de partij. Ook kan hij tijdens het nader gehoor geen grove schatting geven van het aantal actieve leden. Van iemand die al sinds 2013 een rol heeft als regiomanager van een grote oppositiepartij en die nauw betrokken was bij evenementen van deze partij en contacten had met buitenlandse organisaties, had verweerder mogen verwachten dat hij meer concrete en gedetailleerde informatie had kunnen verstrekken. De stelling dat verweerder hier meer vragen aan eiser over had moeten stellen en nader onderzoek had moeten verrichten wordt niet gevolgd. Allereerst is het aan eiser om middels zijn eigen verklaringen zijn asielrelaas aannemelijk te maken. Daarbij heeft eiser de mogelijkheid gehad om zowel in de correcties en aanvullingen als in de zienswijze aan te geven op welke punten het gehoor tekort zou schieten of te verduidelijken waarom hij bepaalde zaken niet naar voren heeft gebracht. Hier is eiser niet in geslaagd. Verweerder heeft dan ook kunnen concluderen dat eiser er niet in is geslaagd om zijn politiek activisme aannemelijk te maken. De overgelegde stukken die zien op de algemene politieke situatie in Zimbabwe maken dit niet anders.
De problemen door politiek activisme
6.3
Nu de verklaringen van eiser over zijn politiek activisme niet geloofwaardig zijn bevonden, heeft verweerder kunnen concluderen dat dit op voorhand afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van deze problemen. Verweerder heeft vervolgens voldoende gemotiveerd dat deze gestelde problemen eveneens ongeloofwaardig zijn. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij vanwege zijn betrokkenheid bij het Fit For Life project wordt vervolgd. Ten aanzien van zijn stelling dat hij is ontvoerd en mishandeld vanwege zijn deelname aan dit project en hij vanwege zijn reizen naar het buitenland onder verdenking stond van de autoriteiten, is van belang dat eiser desalniettemin diverse keren legaal zijn land in- en uit heeft kunnen reizen. Dit duidt niet op enige negatieve belangstelling van de autoriteiten. Ook heeft verweerder het bevreemdend kunnen achten dat de politie dan wel de veiligheidsdienst al sinds 2013 naar hem op zoek zouden zijn en regelmatig naar zijn woning zijn gekomen, maar dat eiser desondanks minstens vijf jaar lang, tot zijn gestelde ontvoering in 2019, zonder problemen heeft kunnen leven en werken. De verklaring dat de veiligheidsdienst hem steeds is misgelopen, dat hij soms buiten sliep en dat hij werd ingelicht dat mensen naar hem opzoek waren zodat hij kon wegsluipen, heeft verweerder onvoldoende kunnen achten gezien de lange periode waarin eiser stelt gezocht te worden. De overgelegde foto’s en het door eiser zelfgeschreven rapport voor Barclays maken niet alsnog aannemelijk dat eiser in de negatieve aandacht zou staan, nu uit het enkel deelnemen aan het project niet volgt dat hij te vrezen heeft. Verweerder heeft dan ook terecht en voldoende gemotiveerd gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Zimbabwe een gegronde vrees heeft voor vervolging of een reëel risico loopt op ernstige schade.
Herhalen zienswijze
7. Eiser heeft verder verzocht de zienswijzen als letterlijk herhaald en ingelast te beschouwen. Verweerder heeft in de bestreden besluiten op die zienswijzen gereageerd. Voor zover eiser in beroep niet heeft aangegeven waarom de reactie van verweerder tekortschiet, kan de beroepsgrond al hierom niet slagen.
Conclusie
8. Eiser komt niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000.
9. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid vanmr. A.E. Maas, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een hogerberoepschrift. U moet dit hogerberoepschrift indienen binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.