In deze zaak heeft SLTN IT PRODUCTS B.V. een verzoek ingediend voor een voorlopig deskundigenonderzoek in het kader van een aanbestedingsprocedure georganiseerd door de Staat der Nederlanden voor de levering van 'Hosting en Infrastructuur Componenten 2.0'. SLTN betoogt dat de voorlopige winnaar, PQR B.V., met een niet-marktconforme prijs heeft ingeschreven, en dat er sprake is van een oneigenlijke kennisvoorsprong van PQR. De rechtbank heeft op 15 april 2021 geoordeeld dat het verzoek niet toewijsbaar is, omdat de vragen die SLTN heeft geformuleerd een juridische beoordeling vereisen die voorbehouden is aan de rechter in de reeds aanhangige kortgedingprocedures. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek niet betrekking heeft op feiten die met een deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden. Bovendien heeft SLTN inmiddels geen belang meer bij het verzoek, aangezien de uitkomsten van de kortgedingprocedures reeds zijn vastgesteld. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en SLTN en Computacenter veroordeeld in de kosten van de procedure.