Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 maart 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
19 februari 2019 aan eiseres een uitkering ingevolge de Ziektewet (ZW) geweigerd.
Overwegingen
11 november 2019. In dit rapport komt de verzekeringsarts b&b tot de conclusie dat de medische informatie die eiseres in beroep heeft overgelegd geen nieuwe medische informatie oplevert betreffende de periode februari 2019. Voorts ziet verweerder in het nadere rapport van de verzekeringsarts b&b van 28 april 2020 geen aanleiding om zijn standpunt te herzien. In het rapport van 28 april 2020 reageert de verzekeringsarts b&b op het rapport van verzekeringsarts Lok. De verzekeringsarts b&b komt onder meer tot de conclusie dat het advies van verzekeringsarts Lok alleen is gebaseerd op dossierstudie, dat een toename van beperkingen door migraine niet aannemelijk is doordat er geen behandeling door neuroloog of huisarts is en door vermindering van medicatie tegen migraine, dat geen verschil van inzicht bestaat over een urenbeperking (niet geïndiceerd), dat er geen verzuimmeldingen zijn die op excessief verzuim duiden en dat de primaire verzekeringsarts het verzuim gedegen heeft onderzocht.
19 februari 2019 geschikt was voor tenminste één van de functies die in deze eerdere beoordeling zijn geduid.
€ 47,00 aan haar te vergoeden.
2 april 2020 en 18 december 2020 de door haar ingeschakelde deskundige, zijnde verzekeringsarts Lok. Uit de eerste factuur volgt een totaalbedrag van € 1.176,25 inclusief btw. Dit bedrag is gebaseerd op een halfuur administratiekosten tegen een uurtarief van
€ 50,00 en zes uur tegen een uurtarief van € 157,85. Uit de tweede factuur volgt een totaalbedrag van € 381,96. Dit bedrag is gebaseerd op negen uur tegen een uurtarief van
€ 13,15 en één uur en 15 minuten tegen een uurtarief van € 157,85.
Beslissing
mr. L. Lemmen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2021.