ECLI:NL:RBDHA:2021:4235

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 april 2021
Publicatiedatum
26 april 2021
Zaaknummer
NL21.4513
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiseres met vrees voor bloedoffer en besnijdenis

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 april 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiseres. De eiseres, die vreesde voor bloedoffers door haar grootmoeder en genitale verminking bij terugkeer naar Nigeria, had een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag afgewezen, wat de eiseres heeft doen besluiten om beroep in te stellen. Tijdens de zitting op 19 april 2021 was de eiseres aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft de identiteit en nationaliteit van de eiseres geloofwaardig geacht, evenals haar vrees voor besnijdenis. Echter, de vrees voor bloedoffers en de problemen met de mensensmokkelaar zijn door de rechtbank als ongeloofwaardig beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar claims en dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat de vrees voor besnijdenis niet leidt tot een reëel risico op ernstige schade. De rechtbank heeft het beroep van de eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en de eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.4513

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres, V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. P.A.J. Mulders),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.J. Hofstra).

ProcesverloopBij besluit van 18 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 april 2021. Eiseres en haar gemachtigde waren aanwezig. Als tolk is A. Madu verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiseres heeft de Nigeriaanse nationaliteit en is geboren op [geboortedag] 1995. Zij heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag heeft gelegd dat ze vreest voor haar grootmoeder. Haar grootmoeder is lid van een geheim genootschap, de [genootschap] , en eisers zou na haar nicht de volgende zijn die zou worden geofferd. Eiseres is daarom gevlucht en vervolgens in de handen van een mensensmokkelaar gekomen. Die zou haar en haar familie hebben bedreigd omdat ze niet in de prostitutie wilde werken. Tenslotte stelt eiseres te vrezen voor genitale verminking bij terugkeer.
2. Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig geacht. Dit geldt ook voor haar vrees om besneden te worden. De problemen met haar grootmoeder en de mensensmokkelaar heeft verweerder niet geloofwaardig geacht.
Wat vinden eisers en verweerder in beroep?
3. Eiseres voert aan dat ze ernstige traumaklachten heeft en gediagnostiseerd is met PTSS, waardoor ze problemen heeft met haar geheugen, moeilijk gesprekken kan voeren en veel dingen niet snapt. Verweerder heeft hier bij de beoordeling van haar verklaringen onvoldoende rekening mee gehouden en haar ten onrechte tegengeworpen dat ze geen tijdsbeeld heeft kunnen schetsen. In beroep is in dat kader nog een brief van Fier van 1 april 2021 met medische informatie overgelegd.
Eiseres vreest daarnaast voor problemen met de mensenhandelaar. Weliswaar is de aangifte van eiseres door het Openbaar Ministerie (OM) geseponeerd, maar zijn de gegevens die eiseres heeft verstrekt wel gedeeld met de Italiaanse autoriteiten. Dit duidt er niet op dat haar relaas ongeloofwaardig is. Nu zij als slachtoffer van mensenhandel moet worden gezien, kt zij in aanmerking voor bescherming op grond van het Vluchtelingenverdrag. Verder voert eiseres, onder verwijzing naar informatie hierover uit het algemeen ambtsbericht Nigeria van juni 2018, aan dat de kans dat ze besneden zal worden bij terugkeer reëel is, waardoor sprake is van schending van artikel 3 EVRM.
4. Verweerder heeft gemotiveerd op de beroepsgronden gereageerd.
5. Op de specifieke argumenten van partijen gaat de rechtbank hierna in, voor zover dat nodig is.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Mocht verweerder uitgaan van de afgelegde verklaringen?
6. Verweerder heeft voorafgaand aan de gehoren onderzoek laten verrichten naar de medische gesteldheid van eiseres en in het medisch advies van het FMMU [1] is geconcludeerd dat eiseres gehoord kan worden, maar dat er rekening gehouden moet worden met vermoeidheidsklachten, waardoor haar concentratievermogen verminderd kan zijn en er wordt aangeraden extra pauzes in te lassen. Verder heeft eiseres aangegeven dat ze geen exacte data kan benoemen betreffende haar asielrelaas, maar dat ze dit wel bij benadering kan.
Uit de rapporten van de gehoren blijkt dat verweerder voldoende rekening heeft gehouden met het FMMU-advies en de medische situatie van eiseres. Zo heeft eiseres aangegeven dat ze lichamelijk en geestelijk in staat is om het gesprek te laten plaatsvinden en zijn er extra pauzes ingelast. Na het gehoor heeft eiseres desgevraagd verklaard geen op- of aanmerkingen te hebben over de gehoorambtenaar of de tolk. Niet is gebleken dat eiseres problemen heeft ervaren tijdens het verklaren of dat nader medisch onderzoek noodzakelijk is om te bepalen wat van eiseres verwacht mag worden. Uit de bij de zienswijze en in beroep overgelegde stukken van Fier blijkt eveneens dat eiseres concentratie- en geheugenproblemen heeft, maar daaruit volgt niet dat van eiseres niet verwacht mag worden dat zij bij benadering data kan benoemen of over haar asielrelaas kan verklaren. Verweerder mocht dan ook van eiseres verwachten dat zij zich een aantal elementen die de kern van haar asielrelaas betreffen, zou kunnen herinneren en in grote lijnen een tijdslijn zou kunnen schetsen van de gestelde gebeurtenissen. Daarbij heeft verweerder haar kunnen tegenwerpen dat zij bijvoorbeeld wel weet hoe lang ze in het ziekenhuis heeft gelegen en heeft verklaard dat zij een miskraam kreeg toen zij vier of vijf maanden zwanger was. Niet is gebleken waarom eiseres op andere punten, die evenzeer ingrijpend moeten zijn geweest, niet in staat is geweest een tijdsbeeld te schetsen.
Gelet hierop heeft verweerder zijn besluitvorming mogen baseren op de verklaringen die eiseres tijdens de gehoren heeft afgelegd.
Problemen met grootmoeder vanwege bloedoffers
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder er terecht groot belang aan hecht dat eiseres op essentiële punten die over de kern van haar asielrelaas gaan niets kan verklaren en tegenstrijdige en summiere verklaringen heeft afgelegd. Zo weet eiseres niet wat haar grootmoeder binnen de [genootschap] genootschap doet, of alleen kleindochters geofferd worden, of het oudste kleinkind geofferd moet worden en kan eiseres niet verklaren wat de ceremonie inhoudt of waar het offer precies voor gebruikt wordt. Eiseres weet daarnaast niet wat er met haar nicht is gebeurd, hoe ze is geofferd, hoe ze ziek is gemaakt, hoeveel tijd er zat tussen het moment dat haar nicht ziek is geworden en eiseres zelf ziek is geworden of wanneer eiseres heeft gehoord dat haar grootmoeder heeft verteld dat eiseres de volgende persoon is die zou worden geofferd. Verweerder mag ondanks haar referentiekader en medische omstandigheden van eiseres verwachten dat zij meer hierover zou kunnen verklaren, nu dit de kern van haar asielrelaas betreft. Hierin is eiseres niet geslaagd.
Verweerder heeft haar verklaringen dan ook ongeloofwaardig kunnen achten.
Vrees voor besnijdenis bij terugkeer
8. De gestelde vrees voor besnijdenis, die pas in de correcties en aanvullingen is aangevoerd, heeft verweerder wel aannemelijk geacht. Verweerder heeft echter terecht gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij hierdoor een reëel risico loopt op ernstige schade. Zo blijkt uit het algemeen ambtsbericht van juni 2018 onder meer dat vrouwenbesnijdenis sinds 2015 verboden is in Nigeria, dat slechts 30 procent van de vrouwen in de steden wordt besneden, waarbij het in 82 procent van de gevallen om meisjes van nog geen 5 jaar oud gaat en dat er maatschappelijke organisaties zijn waar vrouwen en meisjes die zich willen onttrekken aan vrouwenbesnijdenis opvang en bescherming kunnen vinden. Hierdoor heeft verweerder het risico op besnijdenis voor eiseres niet groot hoeven achten. Ook is niet aannemelijk geworden dat zij zich bij eventuele problemen niet zou kunnen wenden tot de in het ambtsbericht vermelde hulporganisaties. Daarbij komt dat eiseres tot aan haar vertrek geen problemen op dit vlak heeft ondervonden. Verweerder heeft dan ook voldoende gemotiveerd dat niet is gebleken dat eiseres vanwege haar gestelde vrees voor besnijdenis een reëel risico loopt op ernstige schade.
Problemen vanwege mensensmokkelaar
9. Het strafrechtelijk onderzoek naar de aangifte van eiseres van mensenhandel is door het OM geseponeerd. De door eiseres ingediende aanvraag ‘humanitair niet-tijdelijk’ is bij besluit van 10 december 2020 afgewezen. Op het ingediende bezwaar van eiseres tegen dit besluit is nog niet beslist.
Verweerder heeft in lijn met voormeld besluit voldoende gemotiveerd dat hetgeen eiseres hierover heeft verklaard niet geloofwaardig is. Zo heeft eiseres wisselende en niet gedetailleerde verklaringen afgelegd over de mensenhandelaar, de drie mannen die voor de mensenhandelaar werkten, of eiseres wel of niet in de prostitutie heeft gewerkt voor de mensenhandelaar en over de vrouw die eiseres naar Nederland zou hebben gestuurd. De verklaringen over haar ontsnapping zijn niet aannemelijk, nu zij op eenvoudige wijze heeft kunnen ontsnappen. Dat het OM gegevens van de aangifte zou hebben doorgezonden naar de Italiaanse autoriteiten maakt niet dat verweerder de gestelde problemen alsnog geloofwaardig moet achten. Eiseres heeft dan ook niet aannemelijk gemaakt dat zij te vrezen heeft vanwege mensenhandel.
Herhalen zienswijze
10. Eiseres heeft verder verzocht de zienswijzen als letterlijk herhaald en ingelast te beschouwen. Verweerder heeft in de bestreden besluiten op die zienswijzen gereageerd. Voor zover eiseres in beroep niet heeft aangegeven waarom de reactie van verweerder tekortschiet, kan de beroepsgrond al hierom niet slagen.
Conclusie
11. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid vanmr. A.E. Maas, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een hogerberoepschrift. U moet dit hogerberoepschrift indienen binnen een week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Forensische Medische Maatschappij Utrecht.