Datum uitspraak28 april 2021Publicatiedatum23 april 2021ZaaknummerC/09/604741 / HA ZA 20-1237InstantieRechtbank Den HaagTypeUitspraakRechtsgebiedCiviel recht; Burgerlijk procesrecht AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Incident inzake de internationale bevoegdheid van de rechtbank en geldige forumkeuze volgens Brussel I bis-Vo
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 28 april 2021, wordt de internationale bevoegdheid van de rechtbank beoordeeld in een geschil tussen de Belgische vennootschap Piazza BVBA en de Nederlandse vennootschap Xpression XL B.V. Piazza heeft in de hoofdzaak gevorderd dat de overeenkomst met Xpression wordt ontbonden wegens een tekortkoming. Xpression heeft in het incident aangevoerd dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren op basis van een forumkeuze in de algemene voorwaarden van de overeenkomst. De rechtbank overweegt dat de Brussel I bis-Verordening van toepassing is, aangezien de hoofdvordering na 10 januari 2015 is ingesteld en er sprake is van een rechtsverhouding met internationale aspecten. De rechtbank stelt vast dat de hoofdregel van de Brussel I bis-Verordening inhoudt dat de rechter van de lidstaat waar de gedaagde woonplaats heeft, bevoegd is. Daarnaast zijn er alternatieve bevoegdheidsgronden, waaronder een forumkeuze.
De rechtbank concludeert dat voor de geldigheid van een forumkeuze, zoals vastgelegd in algemene voorwaarden, een uitdrukkelijke verwijzing naar die voorwaarden in de ondertekende overeenkomst vereist is. In dit geval is de rol van Xpression in het contract onduidelijk, en er is geen bewijs van overeenstemming over de forumkeuze die voldoet aan de vereisten van de Brussel I bis-Verordening. De rechtbank wijst daarom de vordering van Xpression af en houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindvonnis in de hoofdzaak. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor een mondelinge behandeling op 26 januari 2022.
Voetnoten
1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europese Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (PbEU 2012, L 351/1)
2.Vgl. HvJ EU 28 januari 2015, C-375/13, ECLI:EU:C:2015:37, Kolassa/Barclays Bank) en HvJ EU 16 juni 2016, C-12/15, ECLI:EU:C:2016:449, Universal /Schilling)
3.Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, inwerkingtreding: 2-5-1999, laatstelijk gewijzigd op 2 mei 1999, Trb. 2001, 52
4.Vgl. HvJ EU 14 december 1976, nr. 24/76, ECLI:EU:C:1976:177, Colzani/Rüwa, HvJ EU 14 december 1976, nr. 25/76, ECLI:EU:C:1976:178, Segoura/Bonakdarian en HvJ EU 20 februari 1997, nr. C-106/95, NJ 1998, 565, MSG/Les Gravières Rhénanes).
5.Vgl. HvJ EU 7 juli 2016, ECLI:EU:C:2016:525, (Höszig/ Alstom).
6.type: 1554