ECLI:NL:RBDHA:2021:4160
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuursrechtelijke besluitvorming en toegang tot opgeslagen goederen
In deze zaak heeft verzoekster bezwaar gemaakt tegen een besluit van de dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn van de gemeente Den Haag, waarbij haar bezwaar op 9 maart 2021 niet-ontvankelijk is verklaard. Verzoekster heeft op 17 maart 2021 een verzoek om voorlopige voorziening ingediend met betrekking tot de gijzeling van haar persoonlijke eigendommen, die door een schoonmaakbedrijf waren opgeslagen. Op 26 maart 2021 heeft verzoekster ook beroep ingesteld tegen het besluit van 9 maart 2021, onder zaaknummer SGR 21/2551.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er onvoldoende duidelijkheid is over de vraag of er sprake is van een bestuursrechtelijk besluit of feitelijk handelen dat ten grondslag ligt aan de opslag van de goederen van verzoekster. Hoewel er een besluit op het bezwaar is genomen, heeft verzoekster niet voldoende concreet aangegeven waartegen zij bezwaar maakt, waardoor het bezwaarschrift niet voldoet aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Daarnaast is er geen spoedeisend belang aangetoond voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien verzoekster toegang heeft tot haar opgeslagen goederen en het schoonmaakbedrijf heeft aangeboden deze bij haar thuis te bezorgen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. D. Biever, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Badermann, griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 april 2021. Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.