ECLI:NL:RBDHA:2021:4119
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot betaling van transitievergoeding en resterende verlofuren door werknemer aan uitzendbureau
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 april 2021 een beschikking gegeven in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn voormalige werkgever, de besloten vennootschap Direct Baan 4 Uitzendbureau B.V. De werknemer had een verzoekschrift ingediend waarin hij verzocht om veroordeling van Direct Baan tot betaling van een transitievergoeding, resterende verlofuren, en het verstrekken van een deugdelijke bruto/netto specificatie. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 25 januari 2021 was ingediend, maar Direct Baan was niet verschenen tijdens de mondelinge behandelingen op 25 februari en 1 april 2021.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer van 2 oktober 2017 tot 23 oktober 2020 in dienst was bij Direct Baan, die de arbeidsovereenkomst had beëindigd zonder de verschuldigde transitievergoeding te betalen. Ondanks herhaalde verzoeken van de werknemer om betaling, heeft Direct Baan hieraan geen gehoor gegeven. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verzoeken van de werknemer niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft deze toegewezen.
De beschikking houdt in dat Direct Baan binnen twee dagen na betekening van de beschikking de transitievergoeding van € 2.499,61 bruto en resterende verlofuren van € 39,80 bruto moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast moet Direct Baan een schriftelijke bruto/netto specificatie verstrekken, op straffe van een dwangsom. Ook is Direct Baan veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de werknemer, begroot op € 774,88, inclusief gemachtigdensalaris. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.