In deze zaak heeft eiser, een persoon die zijn paspoort wilde verlengen bij de Nederlandse ambassade in Ottawa, een verzoek ingediend om rectificatie en verwijdering van zijn persoonsgegevens uit het Register Paspoortsignaleringen. Dit register was op verzoek van de Belastingdienst ingesteld vanwege onbetaalde belastingaanslagen over de jaren 2011, 2012, 2013 en 2015. Eiser betwistte de rechtmatigheid van de belastingaanslagen en stelde dat de opname van zijn gegevens in het register in strijd met de wet was.
De rechtbank heeft op 22 april 2021 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiser had eerder een verzoek ingediend op basis van de artikelen 16 en 17 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), maar de rechtbank oordeelde dat de onjuistheid van de paspoortsignalering niet vaststond. De rechtbank stelde vast dat de AVG niet bedoeld is om fiscale geschillen te beslechten en dat de onjuistheid van de persoonsgegevens niet objectief kon worden vastgesteld.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat verweerder niet verplicht was tot rectificatie of verwijdering van de paspoortsignalering. De uitspraak benadrukt dat de AVG niet kan worden ingeroepen om juridische geschillen over fiscale kwesties te beslechten. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.