Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2006 te [geboorteplaats]
Rechtbank Den Haag
Op 30 maart 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2006, naar aanleiding van een verzoekschrift van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk. Dit verzoek betreft een machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, na een eerder verleende spoedmachtiging op 17 maart 2021. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over het gedrag van [minderjarige], die recentelijk is gestopt met school en meerdere keren is weggelopen. De moeder en de pleegouders hebben ingestemd met het verzoek, maar de advocaat van [minderjarige] heeft verweer gevoerd tegen de gesloten plaatsing, stellende dat dit een ultimum remedium moet zijn.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling overwogen dat de instemming van de gezaghebbende ouder(s) aanwezig is, waardoor een ondertoezichtstelling niet vereist is. De kinderrechter concludeert dat er sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing onderbouwd door te verwijzen naar het belast verleden van [minderjarige] en de recente verslechtering van haar situatie. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging te verlenen voor de periode van 1 april 2021 tot 1 juli 2021, en heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 15 april 2021.