In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 maart 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2018. Het verzoek tot verlenging is ingediend door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling optreedt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders van de minderjarige, ondanks hun wens om voor haar te zorgen, niet in staat zijn om dit op een veilige en verantwoorde manier te doen. De moeder heeft een belaste voorgeschiedenis en kampt met onbehandeld trauma, terwijl de vader geen vaste woonplaats heeft en ook persoonlijke problemen ervaart. De minderjarige heeft in het verleden ernstige schade opgelopen door verwaarlozing en een onveilige omgeving, maar vertoont nu tekenen van herstel in het pleeggezin waar zij verblijft. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn en heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 3 maart 2022, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.