ECLI:NL:RBDHA:2021:3688

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 april 2021
Publicatiedatum
14 april 2021
Zaaknummer
AWB 20/4595, 20/4597 en 20/4599
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, hebben verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. L.J. Blijdorp, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. De aanvraag was eerder afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die zich liet vertegenwoordigen door mr. F. Schoots. De verzoekers hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 29 mei 2020, waarin hun bezwaar tegen de afwijzing van hun aanvraag ongegrond werd verklaard.

De zitting vond plaats op 11 december 2020, waar de verzoekers aanwezig waren met hun gemachtigde en een tolk. De voorzieningenrechter heeft op 13 april 2021 uitspraak gedaan. In een eerdere uitspraak van dezelfde dag heeft de meervoudige kamer van de rechtbank al een beslissing genomen op het beroep van de verzoekers, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummers: AWB 20/4595, 20/4597 en 20/4599
uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 april 2021 op de verzoeken om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam verzoeker 1],

[naam verzoeker 2],
[naam verzoeker 3],
(hierna samen te noemen: verzoekers)
V-nummers: [nummer 1], [nummer 2], [nummer 3]
gemachtigde: mr. L.J. Blijdorp,
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

gemachtigde: mr. F. Schoots.

Procesverloop

Bij besluit van 15 juli 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking “niet-tijdelijke humanitaire gronden” op grond van de Afsluitingsregeling langdurig verblijvende Kinderen (de Afsluitingsregeling) afgewezen.
Bij besluit van 29 mei 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekers tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 december 2020. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen: [naam].
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers AWB 20/4594, 20/4596 en 20/4598, heeft de meervoudige kamer van de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.R. Houweling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.J. Eertink, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 13 april 2021.
De griffier en de voorzieningenrechter zijn als gevolg van de coronamaatregelen verhinderd deze uitspraak te tekenen.
griffier voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.