ECLI:NL:RBDHA:2021:3656

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 april 2021
Publicatiedatum
13 april 2021
Zaaknummer
AWB 20/6832
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake terugkeerbesluit en inreisverbod

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. E.R. Weegenaar, had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 3 september 2020 was genomen. Dit besluit hield in dat eiser Nederland binnen 28 dagen diende te verlaten en dat er een inreisverbod voor de duur van twee jaar was opgelegd.

Tijdens de zitting, die op 2 maart 2021 via Skype plaatsvond, bleek dat de gemachtigde van eiser geen contact meer had met hem. De gemachtigde kon geen contactgegevens van eiser verkrijgen, waardoor er geen communicatie mogelijk was. Dit leidde tot de conclusie dat eiser kennelijk geen procesbelang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. De rechtbank overwoog dat, gezien het gebrek aan contact tussen eiser en zijn gemachtigde, eiser geen rechtens te beschermen belang had bij de beoordeling van het beroep.

Hierop heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/6832

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 april 2021 in de zaak tussen

[eiser] , eiser, V-nummer [V-nummer]

(gemachtigde: mr. E.R. Weegenaar),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. I. Lohmann-Kamphuis).

Procesverloop

Bij besluit van 3 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder een terugkeerbesluit genomen, waaruit volgt dat eiser Nederland binnen 28 dagen dient te verlaten, en een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden per Skypeverbinding op 2 maart 2021. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of eiser nog procesbelang heeft.
Ter zitting is duidelijk geworden dat de gemachtigde van eiser geen contact meer met hem heeft gehad. Gemachtigde heeft aangegeven dat ook geen contact met eiser kon worden opgenomen omdat hij geen contactgegevens van hem heeft ontvangen.
2. Nu eiser geen contact met zijn gemachtigde heeft onderhouden, stelt eiser kennelijk geen prijs meer op een inhoudelijke beoordeling van het beroep dat hij tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod heeft ingesteld. Gelet hierop heeft eiser geen rechtens te beschermen belang bij een inhoudelijke beoordeling en ontbreekt daarom het procesbelang.
3. Het beroep is niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van
mr. F.E.J. Valk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 april 2021.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.