ECLI:NL:RBDHA:2021:3400

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 maart 2021
Publicatiedatum
7 april 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 6864
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake huisbezoek door gemeente Westland

Op 12 maart 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een inwoner van Westland, een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek volgde op een e-mail van 13 oktober 2020 van een ambtenaar van de gemeente Westland, waarin verzoeker werd verzocht een afspraak te maken voor een huisbezoek. De aanleiding voor dit verzoek was dat er signalen waren ontvangen dat eerder gemaakte afspraken over de leefbaarheid en veiligheid van de woning van verzoeker niet werden nagekomen. Het doel van het huisbezoek was om te controleren of de veiligheid van verzoeker in gevaar was en of de woning voldeed aan de geldende wet- en regelgeving.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het bestreden bericht niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het verzoek om een afspraak voor een huisbezoek is niet gericht op enig rechtsgevolg, maar is slechts een verzoek om medewerking. De rechter heeft vastgesteld dat er geen bezwaar of beroep openstaat tegen het bestreden bericht, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening niet kan worden toegewezen.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er kan geen hoger beroep tegen worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/6864
uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 maart 2021 op het verzoek om voorlopige voorziening van

[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker,

tegen

Burgemeester en Wethouders van Westland, verweerder

(gemachtigde: A.M. Bos).

Procesverloop

Bij e-mailbericht van 13 oktober 2020 (het bestreden bericht) heeft een ambtenaar in dienst van de gemeente Westland verzoeker verzocht een afspraak te maken voor een huisbezoek.
Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1.1
Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
1.2
Artikel 8:83, derde lid, van de Awb bepaalt dat de voorzieningenrechter uitspraak kan doen zonder dat partijen worden uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, indien hij kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
1.3
De voorzieningenrechter ziet aanleiding van deze bevoegdheid gebruik te maken.
2. Het door verzoeker bestreden bericht houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in. Verzoeker wordt verzocht een afspraak te maken voor een huisbezoek. Aanleiding van dit bericht is dat verweerder signalen ontvangt dat eerder gemaakte afspraken met betrekking tot de leefbaarheid en de veiligheid van de woning van verzoeker niet worden nagekomen. Het doel van het huisbezoek is dan ook om vast te stellen of de veiligheid van verzoeker niet in gevaar komt en of de woning qua voorzieningen en gebruik voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving. Tevens wordt in het bestreden bericht toegelicht dat, indien verzoeker geen gebruik maakt van de gelegenheid een afspraak te maken, de betreffende ambtenaar genoodzaakt zal zijn een rapportage op te maken en door te geven aan de afdeling juridische zaken.
3. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan het bestreden bericht niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Het bestreden bericht is niet op enig rechtsgevolg gericht, maar houdt in de kern slechts het verzoek in om een afspraak te maken voor een huisbezoek. De stellingen van verzoeker dat het huisbezoek mede een strafrechtelijk karakter zou hebben en dat het huisbezoek niet daadwerkelijk op vrijwillige basis plaats zou vinden, kunnen, wat daar ook van zij, niet tot een ander oordeel leiden. Dat betekent dat tegen het bestreden bericht geen bezwaar en beroep openstaan en dat het verzoek om voorlopige voorziening reeds daarom niet kan worden toegewezen.
4. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. de Winter, rechter, in aanwezigheid van mr. J.F. Janmaat, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2021.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.