Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
met het oogmerkom de vlucht mogelijk te maken of het bezit van de telefoon te verzekeren. De verdachte heeft zelf verklaard dat hij [slachtoffer] niet heeft gezien, dat hij plotseling viel en dat hij voelde dat het mes ergens in bleef haken. Hij ontkent stellig [slachtoffer] bewust te hebben gestoken om te kunnen vluchten. Aan de hand van de verklaringen van aangever, [getuige] en [slachtoffer] kan de rechtbank evenmin vaststellen dat de verdachte de bedoeling had om [slachtoffer] te steken. Immers, [slachtoffer] heeft enkel verklaard dat hij zijn been omhoog stak om de verdachte tegen te houden en dat hij dacht dat hij toen werd geraakt door ‘iets met elektriciteit’. Over de exacte toedracht kan hij niet verklaren. Aangever en zijn zoon hebben evenmin gezien wat er (precies) is gebeurd tussen [slachtoffer] en de verdachte. Of, zoals de officier van justitie heeft betoogd, de verdachte door met het mes te gaan rennen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij iemand met het mes zou steken, is niet relevant, nu voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde vereist is dat het geweld gepleegd is met het
oogmerkop het vluchten of het verzekeren van het bezit van het gestolene. Voorwaardelijk opzet, zo dat al bewezen zou kunnen worden, is niet voldoende.
toebehorendeaan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om
diezich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
op dit momentintrinsiek gemotiveerd is om hier aan te werken. Dit maakt de kans van slagen van de behandeling groter. De klinische (gesloten) opname duurt bovendien naar verwachting een jaar, hetgeen eveneens een korter onvoorwaardelijk strafdeel rechtvaardigt. Het aanzienlijke voorwaardelijke strafdeel met de bijbehorende proeftijd dient als stok achter de deur, om ervoor te zorgen dat de verdachte daadwerkelijk werk maakt van zijn verslavingsproblematiek en zich niet nog eens schuldig maakt aan een strafbaar feit. De rechtbank voorziet dat de verdachte ook na de klinische opname nog langdurig begeleid zal moeten worden om een terugval te voorkomen, waardoor zij een proeftijd van 3 jaren passend acht.
7.De in beslag genomen voorwerpen
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
300 (driehonderd) dagen;
185 (honderdvijfentachtig) dagen, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
drie jarenvastgestelde
proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;