Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 maart 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres,(gemachtigde: mr. A.R. Bissessur),
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Procesverloop
29 november 2019 herzien en de te veel betaalde bijstandsuitkering vanaf die laatste datum, te weten een bedrag van € 18,63, van eiseres teruggevorderd.
Overwegingen
28 november 2019 een onderzoek gedaan naar de rechtmatigheid van de aan eiseres verstrekte uitkering. Eiseres is toen gehoord door medewerkers van de gemeentelijke dienst SZW. Ook is administratief onderzoek gedaan. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek heeft verweerder bij het primaire besluit het recht op uitkering van eiseres per
29 november 2019 herzien vanwege de omstandigheid dat haar woonsituatie is gewijzigd. Gebleken is namelijk dat er één of meer personen bij eiseres inwonen met wie eiseres de kosten van het bestaan kan delen. Daarom is de kostendelersnorm van toepassing. In verband hiermee is ook een bedrag van € 18,63 van eiseres teruggevorderd. Dit betreft de te veel betaalde uitkering over de (korte) periode vanaf 29 november 2019. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en het primaire besluit gehandhaafd.
€ 18,63 dat verband houdt met de herziening van het recht op bijstand over de periode van 29 november 2019 tot 3 december 2019.
Beslissing
D.W.A. van Weert, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2021.