In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 maart 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 18 maart 2021, en de kinderrechter heeft nu besloten deze te verlengen tot 4 februari 2022. De machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd tot 4 augustus 2021. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de instabiliteit en onveiligheid die de kinderen in het verleden hebben ervaren. De moeder van de kinderen heeft hard aan zichzelf gewerkt en is in staat om voor hen te zorgen, wat de basis vormt voor de terugplaatsing. De rol van de pleegouders en de stabiliteit die zij bieden, zijn ook van groot belang in dit proces. De kinderrechter heeft de instemming van zowel de moeder als de vader met de verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing genoteerd. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 24 maart 2021.