In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 maart 2021 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2004, die gediagnosticeerd is met ADHD en problemen ondervindt op school. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, naar aanleiding van zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige. De ouders, die gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen, hebben ingestemd met het verzoek. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige problemen ondervindt, waaronder motivatie- en concentratieproblemen, wat leidt tot achterstanden op school en een sombere gemoedstoestand. De ouders zijn overbelast en hebben geen grip meer op de situatie, wat het gezinssysteem verstoort. De kinderrechter oordeelt dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de minderjarige en de ouders de benodigde hulp en ondersteuning te bieden, zodat negatieve patronen doorbroken kunnen worden en de minderjarige zich weer positief kan ontwikkelen.
De kinderrechter heeft besloten om de minderjarige van 10 maart 2021 tot 10 maart 2022 onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.