De vakorganisaties vorderen – na wijziging van eis –bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, bij wijze van voorlopige voorziening:
A. Holland Casino te veroordelen tot onmiddellijke intrekking van alle reeds afgegeven boventalligheidsverklaringen en de daarop gebaseerde (uitvoerings)besluiten en handelingen voor alle bij Holland Casino vervallen functies, voor zover daarbij geen toepassing is gegeven aan het criterium in artikel 1.7 onder 8 van het SP, een en ander per functie te beoordelen, dan wel, indien dit te verstrekkend wordt gevonden in het bestek van een kort geding, tot onmiddellijke opschorting van alle reeds genomen besluiten tot boventalligverklaring op basis van het vervallen van de functie bij Holland Casino en de reeds daarop gebaseerde (uitvoerings)besluiten en (uitvoerings)handelingen en de nog te nemen (uitvoerings)besluiten (uitvoerings)handelingen, in afwachting van de uitkomst van een bodemprocedure waarin alle vervallen functies per stuk zullen worden getoetst op basis van de criteria in artikel 1.7 onder 8 van het SP;
B. Holland Casino voorts te gebieden geen nieuwe boventalligen aan te wijzen totdat de door Holland Casino vervallen functies zijn getoetst aan artikel 1.7 onder punt 8 van het SP;
C. (voor zover aan de orde) Holland Casino te veroordelen tot intrekking, dan wel opschorting van de in het kader van de herstructurering gestarte ontslagprocedures bij UWV Werkbedrijf ten behoeve van de medewerkers van wie de boventalligheidsverklaring is gebaseerd op het vervallen van de functies bij Holland Casino;
D. (voor zover aan de orde) Holland Casino te veroordelen tot een verbod op de opzegging van de arbeidsovereenkomsten van de bij de herstructurering betrokken medewerkers van wie de boventalligheidsverklaring is gebaseerd op het vervallen van de functie en waarbij het oordeel betreffende de boventalligheid niet is gebaseerd op artikel 1.7 onder 8 van het SP, indien en voor zover het UWV WERKbedrijf over gaat tot afgifte van de door Holland Casino gevraagde toestemming om de arbeidsovereenkomsten te mogen opzeggen;
E. de herplaatsingsfase te verlengen zoals bedoeld in artikel 2.3 van het SP tot er een uitspraak is in de bodemprocedure over de vraag of Holland Casino bij het laten vervallen van de functies de juiste criteria in acht heeft genomen en of deze functies indachtig artikel 1.7 onder 8 van het SP zijn komen te vervallen dan wel de herplaatsingsfase te verlengen tot een in goede justitie te bepalen termijn;
F. de boventallige medewerkers te plaatsen in passend werk, in afwachting van een uitspraak in een bodemprocedure waarbij geoordeeld wordt over de vraag of de functies van de boventallige medewerkers zijn komen te vervallen en, zo deze functies zijn komen te vervallen, of deze functies uitwisselbaar zijn met de nieuwe functies in de organisatie van Holland Casino;
G. Holland Casino te veroordelen tot betaling aan de vakorganisaties van een voorschot op de schadevergoeding ex artikel 15 en 16 wet cao ten bedrage van € 25.000,- wegens het niet naleven van het SP, binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis;
Tevens verzoeken de vakorganisaties om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat:
H. Holland Casino na betekening van het in deze te wijzen vonnis bij niet nakoming van het gevorderde onder sub A, B, C en D een dwangsom zal verbeuren van € 1.000,- per dag per vordering per medewerker dat zij dit na het in deze zaak te wijzen vonnis jegens enige medewerker nog mocht nalaten, waarbij de te verbeuren dwangsommen worden gemaximeerd op € 50.000,- per vordering per medewerker;
Tot slot verzoeken de vakorganisaties om Holland Casino bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van:
I. de kosten van het geding, het salaris van de gemachtigden van de vakorganisaties daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na dit vonnis aan de kostenveroordeling is voldaan;
J. de nakosten c.q. het nasalaris dat indachtig de wijziging per 1 februari wordt begroot op € 124,-, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien het nasalaris niet binnen veertien dagen na dit vonnis is voldaan.