Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 april 2021 in de zaak tussen
[eisers] e.a., te [woonplaats] , eisers
Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn, verweerder
Als derde-partij neemt aan het geding deel: Bewonerscollectief Reijerskoop
Procesverloop
Overwegingen
a. het verzekeren van de veiligheid op de weg;
b. het beschermen van weggebruikers en passagiers;
c. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
d. het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.
a. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;
b. het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten en gebieden.
6.2. De rechtbank overweegt dat sprake is van een verkeersbesluit en dat verweerder volgens vaste rechtspraak (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:300) de absolute noodzaak van een dergelijk besluit niet hoeft aan te tonen. Voldoende is dat de aan het verkeersbesluit ten grondslag gelegde belangen, bedoeld in artikel 2 van de Wvw, worden gediend en dat inzichtelijk is gemaakte op welke wijze deze belangen tegen elkaar zijn afgewogen.
Beslissing
De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af.
.