Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 februari 2020, met producties;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid ex artikel 11 Rv, met producties;
- de conclusie van antwoord in het incident houdende exceptie van onbevoegdheid, tevens bezwaar tegen aanhoudingsverzoek.
2.De feiten in het incident
professional client.In de periode van 11 tot 21 december 2018 heeft [eiser] bedragen met een beloop van € 54.915 ingelegd, waarvan € 33.415 op 11 december 2018.
- “
- Cyprus Courts shall have exclusive jurisdiction to settle any dispute arising out of or in connection with this Agreement”
3.Het geschil in de hoofdzaak en in het incident
leveragedie aan beleggers mag worden aangeboden. Daarnaast heeft Royal Forex oneerlijke handelspraktijken toegepast op [eiser] en is de overeenkomst vernietigd althans vernietigbaar op grond van artikel 6:139j lid 3 BW. Royal Forex is daarom gehouden om de inleg terug te betalen op grond van onverschuldigde betaling dan wel om de door [eiser] geleden schade te vergoeden.
4.De beoordeling in het incident
- dat één van de contractanten een consument is die handelt in een kader dat als niet bedrijfs- of beroepsmatig kan worden beschouwd,
- dat er daadwerkelijk een overeenkomst is gesloten tussen deze consument en een bedrijfs- of beroepsmatig handelende persoon, en
- dat deze overeenkomst valt onder een van de in lid 1, onder a) tot en met c), van dat artikel 17 bedoelde categorieën.
- het begrip „consument” moet restrictief moet worden uitgelegd op basis van de positie die de betrokken persoon in een bepaalde overeenkomst inneemt in verband met de aard en het doel van deze overeenkomst, en niet op basis van de subjectieve situatie van die persoon, aangezien één en dezelfde persoon voor sommige transacties als consument, en voor andere als ondernemer kan worden beschouwd;
- alleen overeenkomsten die een individu los en onafhankelijk van enige bedrijfs- of beroepsmatige activiteit of doelstelling sluit met als enige doel te voldoen aan de eigen particuliere consumptiebehoeften, vallen onder de beschermende regeling van artikelen 17 tot en met 19 Brussel I Bis;
- deze bijzondere bescherming is niet gerechtvaardigd wanneer een overeenkomst wordt gesloten omwille van een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit; dat is niet anders wanneer deze activiteit voor de toekomst is gepland;
- niet relevant is of de consument zich op een specifieke manier gedraagt;
- bij financiële dienstverleningsovereenkomsten betekent dit dat niet relevant is wat de waarde is van de verrichte transacties, de omvang van de risico’s op financiële verliezen, de eventuele kennis of deskundigheid van een persoon op het gebied van financiële instrumenten of zijn actieve gedrag bij dergelijke transacties, noch of de consument een groot aantal transacties heeft verricht in een relatief kort tijdsbestek of dat hij grote bedragen in die transacties heeft geïnvesteerd.
- evenmin is relevant of de betreffende persoon een „niet-professionele belegger” is in de zin van artikel 4 lid 1 onder 12 van de MIFID I
- een „professionele belegger” is een belegger die als professionele cliënt wordt aangemerkt of op verzoek als professionele cliënt kan worden behandeld in de zin van bijlage II van Richtlijn MIFID-I (artikel 4 lid 1 onder 10 MIFID II). De toekenning van de hoedanigheid van “professionele cliënt” veronderstelt dat nagegaan is of de betrokkene voldoet aan ten minste twee van drie criteria, namelijk i) dat hij tijdens de vier voorafgaande kwartalen gemiddeld tien transacties van significante omvang per kwartaal heeft verricht, ii) dat de omvang van zijn portefeuille financiële instrumenten groter is dan € 500.000, en iii) dat hij gedurende ten minste een jaar een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend in de financiële sector;
- voor het zijn van “consument” is het objectieve doel van de overeenkomst voor de betrokkene doorslaggevend, namelijk of dat doel is beroeps- of bedrijfsmatig gebruik, dan wel consumptief gebruik. De aard en omvang van de verrichte transacties is daarbij niet van belang, de omvang van de portefeuille evenmin. Het uitoefenen van een beroep in de financiële sector zou wel relevant kunnen zijn, maar niet gesteld of gebleken is dat dat bij [eiser] het geval was.