Uitspraak
Echtscheiding met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 11 september 2017 ingekomen verzoek van:
[naam 1] ,
[naam 2] ,
Procedure
- het verzoekschrift van de vrouw van 8 september 2017, met bijlagen, waarvan een hersteld exemplaar is ingekomen op 14 september 2017;
- de brief van 9 oktober 2017 van de vrouw, met als bijlage een door beide partijen ondertekend ouderschapsplan;
- het verweerschrift van de man met een zelfstandig verzoek van 28 mei 2018, met bijlagen;
- het verweerschrift van de vrouw van 22 juli 2018 tegen het zelfstandige verzoek van de man 28 mei 2018;
- het aanvullend verzoekschrift van de vrouw van 28 september 2018;
- de brief van 28 september 2018 van de vrouw, met als bijlage het formulier verdelen en verrekenen;
- het verweerschrift van de man van 11 december 2018, tegen het aanvullend verzoekschrift van de vrouw van 28 september 2018;
- het F9-formulier van 28 juli 2020 van de man, met als bijlage het formulier verdelen en verrekenen;
- het F9-formulier van 6 augustus 2020 van de vrouw, met als bijlage een nieuw formulier verdelen en verrekenen;
- het aanvullend verzoekschrift van de man van 3 december 2020;
- het F9-formulier van 15 december 2020 van de man, met bijlagen;
- de brief van 4 januari 2021 van de vrouw, met producties 3 t/m 64;
- de brief van 4 januari 2021 van de vrouw, met aanvullende verzoeken en een voorwaardelijk aanvullend verzoek en met producties 65 t/m 68;
- het verweerschrift op de aanvullende verzoeken van de man van 11 januari 2021, met een aanvullend verzoek en bijlagen.
- het F9-formulier van 29 januari 2021 van de man, waarin hij mededeelt dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt;
- het F9-formulier van 11 januari 2021, wegens een Zivver-storing op verzoek van de rechtbank nagekomen op 18 februari 2021, met bijlagen.
Verzoek en verweer
- voor recht te verklaren dat de vrouw een aanspraak op de gemeenschap heeft ter hoogte van de waarde van schenkingen van € 16.250,-, dan wel te bepalen dat de man aan de vrouw een bedrag van € 8.125,- dient te betalen;
- de man te veroordelen vanaf de peildatum omvang zijn deel van de hypotheek- en de eigenaarslasten waaronder begrepen de helft van de WOZ-aanslag, de helft van de premie opstalverzekering te voldoen (voor zover de man dat sinds de peildatum omvang heeft nagelaten);
- voorwaardelijk en uitsluitend in de situatie dat vast is komen te staan dat de echtelijke woning moet worden verkocht: te bepalen dat de vrouw vanaf de datum van inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand in de echtelijke woning voor de duur van zes maanden woonachtig zal zijn, met uitsluiting van de man en met inbegrip van alle inboedel, althans te beslissen zoals de rechtbank in goede justitie juist en redelijk acht,
Feiten
- De vrouw en de man zijn met elkaar gehuwd op [datum huwelijk] 2005 te [huwelijksplaats] .
- Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2007 te [geboorteplaats] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2010 te [geboorteplaats] en
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2014 te [geboorteplaats] .
- De ouders oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag over de kinderen uit.
- Deze rechtbank heeft op [beschikkingsdatum] 2018 voorlopige voorzieningen getroffen, inhoudende dat:
- de kinderen aan de vrouw worden toevertrouwd;
- de man voorlopig gerechtigd is om de kinderen een weekend per drie weken van vrijdagmiddag uit school tot zondagmiddag bij zich te hebben, waarbij de man de kinderen uit school ophaalt en de vrouw de kinderen op zondag tussen 15.00 uur en 16.00 uur bij de man ophaalt;
- de man, met ingang van 18 april 2018, een voorlopige kinderalimentatie dient te betalen van € 400,- per maand per kind.
- het verzoek van de vrouw tot een voorlopige partneralimentatie wegens gebrek aan draagkracht van de man is afgewezen.
- Bij vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter in deze rechtbank van [datum] 2018 zijn de vorderingen van de vrouw tot, kort gezegd, afgifte van en inzage in alle relevante financiële bescheiden van de man in privé en zijn onderneming afgewezen.
- Partijen zijn gehuwd in gemeenschap van goederen.
Beoordeling
€ 1.399,- afgerond
Beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2007 te [geboorteplaats] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats] , en
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2014 te [geboorteplaats] ,