ECLI:NL:RBDHA:2021:2801
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 maart 2021 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor een vrouw, geboren in 1973, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een stoornis in het gebruik van alcohol en anorexia nervosa. De officier van justitie had op 2 maart 2021 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, omdat vrijwillige zorg niet meer mogelijk was. Tijdens de mondelinge behandeling werd vastgesteld dat de betrokkene al jaren onder behandeling is, maar dat zij na ontslag steeds weer afhaakt en terugvalt in problematisch gedrag, waaronder alcoholgebruik.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om de gezondheid van de betrokkene te stabiliseren of te herstellen. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, medische controles en beperking van de bewegingsvrijheid. De rechtbank wees enkele minder bezwarende alternatieven af, omdat deze niet hetzelfde effect zouden hebben.
De beschikking is gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin, bijgestaan door griffier F.A.M. Vreeswijk, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.