ECLI:NL:RBDHA:2021:2801

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 maart 2021
Publicatiedatum
24 maart 2021
Zaaknummer
C/09/608715 / FA RK 21-1664
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 maart 2021 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor een vrouw, geboren in 1973, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een stoornis in het gebruik van alcohol en anorexia nervosa. De officier van justitie had op 2 maart 2021 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, omdat vrijwillige zorg niet meer mogelijk was. Tijdens de mondelinge behandeling werd vastgesteld dat de betrokkene al jaren onder behandeling is, maar dat zij na ontslag steeds weer afhaakt en terugvalt in problematisch gedrag, waaronder alcoholgebruik.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om de gezondheid van de betrokkene te stabiliseren of te herstellen. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, medische controles en beperking van de bewegingsvrijheid. De rechtbank wees enkele minder bezwarende alternatieven af, omdat deze niet hetzelfde effect zouden hebben.

De beschikking is gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin, bijgestaan door griffier F.A.M. Vreeswijk, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/608715 / FA RK 21-1664
Datum beschikking: 18 maart 2021

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1973 te [geboortedatum] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie: [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. M.B.H. Breitschaft te Den Haag.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 02 maart 2021, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 25 februari 2021 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 28 januari 2021;
- een zorgplan van 28 januari 2021;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 26 februari 2021;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties;
- een eigen plan van aanpak van 12 februari 2021.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 maart 2021.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene, bijgestaan door haar moeder;
- de advocaat, in bijzijn van betrokkene;
- de [verslavingsarts] , in bijzijn van betrokkene;
- de behandelend [psychiater 2] in bijzijn van betrokkene.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft naar voren gebracht dat ze het besef heeft dat er iets moet gebeuren als het gaat om een behandeling, maar betrokkene wenst de behandeling niet op een gesloten afdeling te doen. Door de druk die daarbij voor haar ontstaat bestaat de kans, aldus betrokkene, dat zij wegloopt zoals zij al eerder deed bij een opname.
De arts heeft naar voren gebracht dat zij en haar collega’s betrokkene al een aantal jaren kennen. Er is gestart met poliklinische behandeling. Daarna volgde begeleiding via het Outreach Team. En er waren vrijwillige klinische behandelingen, zonder het gewenste resultaat. Betrokkene breekt direct na ontslag de behandeling af, valt zeer snel weer terug in het alcoholgebruik en raakt als gevolg daarvan enige tijd compleet uit beeld. De zorgmachtiging is aangevraagd omdat een behandeling vanuit een vrijwillig kader niet meer lukt. Bij een gedwongen opname is betrokkene weliswaar alleen meer bezig om weer zo snel mogelijk weg te kunnen, maar met een zorgmachtiging kan dan worden ingegrepen. Er is bij betrokkene inmiddels sprake van forse polyneuropathie en vitamine B1 tekort. Voortgezet gebruik van alcohol is voor haar serieus levensbedreigend. Naast het alcoholgebruik spelen er somatische aandoeningen zoals anorexia nervosa, een gynaecologische kwestie en cognitieve achteruitgang. Op 31 maart aanstaande worden de uitslagen van diverse onderzoeken bekend gemaakt en rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van de ziekte van Korsakov. Onze zorgen over betrokkene zijn ernstig..
De moeder van betrokkene heeft nog kort naar voren gebracht dat ze het eens is met de wijze waarop de behandeling wordt ingestoken.
De advocaat refereert zich aan het oordeel van de rechtbank en merkt daarbij op dat client wel degelijk hulp wil ontvangen meer geen behandeling op een gesloten afdeling wenst te ondergaan.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een stoornis in het gebruik van alcohol, anorexia nervosa en een verdenking op een beperkte neurocognitieve stoornis.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. In het verleden is immers bij herhaling gebleken dat bij betrokkene de bereidheid tijdens een opname verdwijnt en zij zich onttrekt aan de behandeling. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
De arts heeft ter zitting aangegeven dat niet alle in het verzoek vermelde vormen van verplichte zorg thans noodzakelijk zijn, te weten andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, uitoefenen van toezicht op betrokkene, onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen. De rechtbank zal het verzoek in zoverre dan ook afwijzen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg
hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van
communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank wijst er op dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van een zorgmachtiging op grond van artikel 8:9 Wvggz pas kan beslissen tot het verlenen van de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg nadat hij zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene, met de betrokkene overleg heeft gevoerd over de voorgenomen beslissing en, voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat de verplichte zorg niet op een andere wijze gegeven kan worden dan met een verplichte opname.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1973 te [geboortedatum] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg
hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van
communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 18 september 2021;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door F.A.M. Vreeswijk als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 maart 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 maart 2021.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.