3.3De beoordeling van de tenlastelegging.
Artikel 244 Wetboek van Strafrecht (Sr) beschermt de zeer jeugdigen tegen seksuele handelingen en artikel 247 Sr beschermt deze zelfde jeugdigen tegen ontuchtige handelingen.
Op 4 mei 2020 omstreeks 13.00 uur hoorde [getuige] ), wonende aan de [adres 2] , dat haar hond blafte. Dat doet de hond wel vaker als er personen in de bosjes naast haar huis zitten. Zij pakte een trap en keek over de stenen muur richting de zijkant van haar woning. Zij zag dat er een jongen tegen de muur van de woning leunde en dat er een meisje bijstond. Zij herkende dit meisje als [slachtoffer 1] (verder: [slachtoffer 1] ), een klein meisje dat in de buurt woont. Zij hoorde dat de jongen zei: “kom maar op mijn schoot zitten” en ze zag dat de jongen op zijn bovenbeen klopte. [getuige] zag dat [slachtoffer 1] erg angstig was. Zij hoorde de jongen vervolgens tegen [slachtoffer 1] zeggen dat zij moest gaan liggen. Dat deed [slachtoffer 1] niet. Zij zag dat de jongen de knoop losmaakte en de rits van de broek van [slachtoffer 1] naar beneden deed en zij is vervolgens direct naar de vader van [slachtoffer 1] gelopen en heeft hem op de trap laten klimmen en overde muur laten kijken. De vader is vervolgens de tuin uitgerend naar zijn dochter en de jongen.
Op 4 mei 2020 heeft er een informatief zedengesprek plaatsgevonden met [aangever] , de biologische vader van [slachtoffer 1] , 4 jaar oud, en tevens de stiefvader van [slachtoffer 2] , 5 jaar oud. [aangever] heeft tijdens het gesprek gemeld dat er ontucht is gepleegd met beide meisjes.
Op 5 mei 2020 heeft [aangever] aangifte gedaan van ontucht, gepleegd met zijn twee minderjarige dochters.
Aangever heeft verklaard dat op 4 mei 2020 omstreeks 13.00 uur een buurvrouw hem kwam waarschuwen dat zijn dochter werd betast. Hij klom op de ladder die de buurvrouw in haar tuin had staan en zag dat [slachtoffer 1] met haar spijkerbroekje en onderbroekje op haar knieën stond en dat een jongen haar aan het vingeren was. Hij zag ook dat haar shirt tot aan haar tietjes omhoog was. Hij hoorde de jongen zeggen: “Vind je het lekker?” Terwijl hij er naartoe is gerend, hoorde hij de jongen nog twee keer zeggen “Vind je het lekker?”. Aangever heeft de jongen stevig beetgepakt en toen viel de jongen op de grond. Hij heeft de jongen al scheldend naar de achtertuin van de buurvrouw gebracht. [slachtoffer 1] moest huilen en is achter hem aangelopen.
[slachtoffer 1] zei dat de jongen met zijn vinger in haar flupsie had gezeten. Flupsie is het woord dat ze thuis voor vagina gebruiken. Ze zei dat het 3 of 4 keer was gebeurd, die dag voor het eerst. Ook [slachtoffer 2] zei dat hij aan haar billen en haar rug had gezeten. Over en onder haar kleding.
De ladder waarop aangever heeft gestaan stond 2 à 3 meter af van de plek waar de jongen en [slachtoffer 1] stonden. Hij kon onder de takken doorkijken en had goed zicht. Hij zag dat de jongen duidelijk voorwaarts met zijn hand heen en weer bewoog. Aangever kon niet zien of de jongen ook daadwerkelijk in de vagina van [slachtoffer 1] zat. Het was wel duidelijk dat de jongen met zijn hand op de vagina van [slachtoffer 1] zat.
Zijn vriendin, de moeder van [slachtoffer 2] , had aan de meisjes gevraagd waar de jongen precies aan had gezeten. Duidelijk was geworden dat hij bij [slachtoffer 2] met zijn vingers in de billen had gezeten en aan de voorkant bij het gebied van haar flupsie. Hij had haar legging naar voren getrokken en was zo aan de voorkant met zijn hand naar binnen gegaan. [slachtoffer 1] vertelde steeds hetzelfde, dat hij in haar flupsie had gezeten.
Tijdens het studioverhoor heeft [slachtoffer 1] verklaard dat die jongen in de bosjes aan haar mupsieflupsie ging zitten. Hij deed haar broek open en ging die naar beneden doen en toen zat er een blaadje in haar billen en toen ging hij kijken en toen ging ie met een vinger in haar mupsieflupsie (daar plas je ook mee). [slachtoffer 1] heeft verklaard dat het pijn doet als die vinger in haar mupsieflupsie zit en dat ze dit ook tegen de jongen heeft gezegd en dat haar vader er toen snel aan kwam. Haar onderbroek zat in haar broek. Het is een keer gebeurd.
[slachtoffer 2] ging ook in de bosjes en toen ging [slachtoffer 2] een rondje met de skelter en ging zij in de bosjes. [slachtoffer 1] ging eerst. En daarna ging die jongen ook bij [slachtoffer 2] aan haar mupsieflupsie en ook aan haar billen. Dat heeft ze gezien.
Volgens [slachtoffer 1] was het haar idee om naar de bosjes te gaan. Ze had het heet en daar was schaduw. En toen zat er een blaadje in haar billen. Dat heeft ze niet gezien, maar ze wist het gewoon. Ze weet niet meer hoe hij eruit is gegaan. Ze lag in de bosjes, op de jas van de jongen (op haar rug) want er lag aarde en de jongen zat op zijn hurken.
Tijdens het studioverhoor is het niet gelukt om met [slachtoffer 2] in gesprek te komen over wat er op 4 mei 2020 is gebeurd.
De verklaringen van de verdachte
De verdachte is op 4 mei 2020 omstreeks 12.55 uur aangehouden in de tuin van [getuige] .
De verdachte heeft bij de politieen bij de rechter-commissarisverklaard dat hij
twee jonge meisjes over de kleding heen op hun rug heeft gekriebeld, maar ook op hun intieme delen. Met intieme delen verklaarde de verdachte de geslachtsdelen te bedoelen, waarmee een man en een vrouw een kind kunnen verwekken. De verdachte heeft verder verklaard dat de meisjes na een rondje skelteren steeds omwisselden. Het is tussen de 5 en 20 keer gebeurd. Het kriebelen aan de intieme delen over de kleding heen is 2 of 3 keer gebeurd. De verdachte heeft verklaard de meisjes alleen in hun nek huid op de blote huid te hebben gekriebeld.
De verdachte heeft ook verklaard dat hij de knoop van de broek niet heeft losgemaakt.
De knoop zat of schoot los en het meisje kon hem niet meer dichtkrijgen. Toen heeft de verdachte hem voor haar vastgemaakt. Het kan zijn dat de knoop daarna weer is losgesprongen, maar de verdachte heeft de knoop niet open gemaakt.
De dingen die de verdachte tegen het meisje heeft gezegd gingen over het spelletje: naar links, naar rechts, bukken, liggen, springen, in het spel ben je, aldus de verdachte, een personage waarmee je alles kunt doen.
De verdachte heeft verklaard niet precies gezegd te hebben dat ze op schoot moest komen zitten, maar na te moeten denken over wat hij wel heeft gezegd.
De verdachte vraagt zich af waar de vader heeft gestaan als hij heeft gezien dat het broekje van het meisje tot haar knieën was en de verdachte haar vingerde. De verdachte heeft verklaard niet te weten wat vingeren is. Hij kan zich niet herinneren dat hij “Vind je het lekker” heeft gezegd.
De verdachte heeft bij de rechter-commissaris ook nog verklaard dat hij achteraf heeft gedacht dat hij, toen hij onderweg was met zijn skelter, beter door had kunnen rijden.
De verdachte heeft ook verklaard dat hij de broek en onderbroek van [slachtoffer 1] niet naar beneden heeft gedaan.
De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de meisjes kende uit de buurt omdat hij weleens buiten zijn zusje op moest halen en dat de meisjes om de beurt op zijn skelter reden.
Hij deed dan met het andere meisje een spelletje op zijn telefoon. Eerst op de parkeerplaats, maar dat werd met alle auto’s te gevaarlijk, dus ging hij na 5 tot 10 rondjes bij een grasveldje, half in de bosjes zitten. Hij kriebelde de meisjes op hun rug. De verdachte weet niet hoe hij daartoe kwam, of hij dit automatisch deed of per ongeluk. Hij dacht na een tijdje dat hij dit eigenlijk niet moest doen, maar toen een van de meisjes hem zelf vroeg of hij verder wilde kriebelen, ook bij haar intieme delen, haar billen en onderrug en toen heeft hij dit gedaan. Hij zegt de meisjes niet bij hun vagina te hebben gekriebeld. Na elk rondje dat ze reden, kriebelde hij hen. Er zijn niet veel rondjes meer gereden, maar het is wel meer dan
twee keer gebeurd bij beide meisjes. Hij heeft niet veel tegen hen gezegd, alleen over het spelletje “naar links en rechts swipen of naar beneden”.
Het ene meisje zei dat de knoop van haar broek los zat en de verdachte heeft die toen vastgemaakt. Hij weet niet meer of hij ook aan de rits heeft gezeten. Op dat moment kwam de vader van het meisje aanstormen.
De verdachte heeft ontkend te hebben gezegd “kom maar op mijn schoot zitten” of “ga maar liggen” en “vind je het lekker?”. Hij heeft wel gezegd “kom maar zitten”.
De verdachte heeft herhaald dat hij niet wist wat vingeren was en dat de politie hem dat toen heeft uitgelegd, en dat hij wel een beetje aan seks denkt, maar er niet vaak iets mee doet.
Hij heeft wel seksuele voorlichting gekregen, maar het is hem niet uitgelegd dat het niet normaal is aan jonge meisjes te zitten en hij ervaart door zijn autisme ook vaak de dingen anders. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij met intieme delen, geslachtsdelen en billen bedoelt en dat hij alleen aan de billen heeft gezeten.
De verdachte heeft ook aangegeven dat hij, nu hij dit alles heeft meegemaakt, het niet nog eens zal doen. Hij heeft er toen niet over nagedacht.
Ten aanzien van feit 1 overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank verwerpt allereerst het verweer van de raadsvrouw dat er sprake zou zijn van onbewuste beïnvloeding van [slachtoffer 1] door haar ouders en van de vader door [getuige] waardoor de verklaringen niet betrouwbaar zouden zijn.
Hoewel de verklaringen van de [getuige] , de vader en [slachtoffer 1] inconsistenties bevatten zijn deze op hoofdlijnen en op de essentiële onderdelen gelijkluidend.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat deze verklaringen elkaar over en weer ondersteunen. [slachtoffer 1] zelf verklaart bovendien consistent en overeenkomstig haar leeftijd over wat zij heeft ervaren. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding deze verklaringen van het bewijs uit te sluiten.
Op grond van de aangifte, de verklaringen van de [getuige] bij de politie en bij de rechter-commissaris, de verklaring van de vader en die van [slachtoffer 1] - in onderlinge samenhang bezien - is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte zijn vingers in en/of tussen de vagina en de billen van [slachtoffer 1] heeft gebracht en dat er dus sprake is geweest van seksueel binnendringen. Ook heeft de verdachte met zijn handen over de kleding van [slachtoffer 1] heen haar vagina en billen aangeraakt.
Feit 1 primair is dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 2 overweegt de rechtbank het volgende.
[slachtoffer 2] heeft tegen haar vader gezegd dat de verdachte aan haar billen en haar rug heeft gezeten, over en onder haar kleding. [slachtoffer 2] heeft tijdens haar studioverhoor niets over het voorval gezegd, maar [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij heeft gezien dat de jongen ook bij [slachtoffer 2] aan haar mupsieflupsie en aan haar billen zat.
Gelet op de verklaring van de vader over de uitlatingen van [slachtoffer 2] en de verklaring van [slachtoffer 1] over wat zij ten aanzien van [slachtoffer 2] heeft gezien, in samenhang bezien met de verklaring van de verdachte dat hij beide meisjes over de kleding heen op hun rug heeft gekriebeld, maar ook op hun billen en intieme delen, waarover hij bij de politie heeft verklaard dat hij daarmee geslachtsdelen bedoelt, “waarmee een man en een vrouw een kind kunnen verwekken”, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte met [slachtoffer 2] ontuchtige handelingen heeft gepleegd.
Feit 2 subsidiair is wettig en overtuigend bewezen.
Voor het binnendringen bij [slachtoffer 2] ontbreekt het bewijs en de rechtbank zal de verdachte dan ook van feit 2 primair vrijspreken.