ECLI:NL:RBDHA:2021:2722

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 maart 2021
Publicatiedatum
22 maart 2021
Zaaknummer
SGR 20/657
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verwijdering van persoonsgegevens op basis van de AVG en de ontvankelijkheid van het bezwaar

Op 22 maart 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak SGR 20/657, waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach, in beroep ging tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop, vertegenwoordigd door mr. J. Lont. Eiser had op 5 september 2019 verzocht om verwijdering van zijn persoonsgegevens die op het forum van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zouden staan. Het college verklaarde het bezwaar van eiser op 16 december 2019 niet-ontvankelijk, wat leidde tot het beroep bij de rechtbank.

Tijdens de zitting op 10 maart 2021, die via videoverbinding plaatsvond, werd het standpunt van verweerder besproken. Verweerder stelde dat het verzoek van eiser niet onder artikel 17 van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) viel, omdat de gegevens niet als een besluit konden worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde echter dat het college als verwerkingsverantwoordelijke moet worden aangemerkt en dat het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaar onterecht was. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit vernietigd moest worden, en dat het bezwaar ongegrond verklaard moest worden.

De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder het griffierecht van € 178,- aan eiser moet vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van eiser moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 1.068,-. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 22 maart 2021, en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/657

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 maart 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. N.G.A. Voorbach),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop, verweerder
(gemachtigde: mr. J. Lont).

Procesverloop

Op 5 september 2019 heeft verweerder, voor zover van belang, medegedeeld dat hij niet ingaat op het verzoek van eiser tot verwijdering van zijn persoonsgegevens.
In het besluit van 16 december 2019 (bestreden besluit), voor zover van belang, heeft verweerder het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft per videoverbinding plaatsgevonden op 10 maart 2021. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser heeft op grond van artikel 17, eerste lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) aan verweerder verzocht om zijn persoonsgegevens te verwijderen die op het forum van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) staan.
2. Met het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Verweerder volgt het advies van de bezwaarschriftencommissie dat het verwijderingsverzoek betrekking heeft op gegevens die door een medewerker van de gemeente Nieuwkoop op het forum van VNG zouden zijn geplaatst en het verwijderingsverzoek niet aan te merken is als een verzoek zoals bedoeld in artikel 17 van de AVG. Als er al gegevens zouden zijn geplaatst op het forum, is dat volgens verweerder aan te merken als een feitelijke handeling.
3. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert aan dat een schriftelijke reactie op een verwijderingsverzoek een besluit is waartegen bezwaar openstaat. Het is voor het besluitbegrip niet van betekenis of er gegevens zijn verwerkt op het forum van het VNG en of deze gegevens voor verweerder toegankelijk zijn. Tevens stelt eiser dat verweerder de hoorplicht in bezwaar heeft geschonden.
4. De rechtbank overweegt als volgt.
4.1
De rechtbank heeft ter zitting de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 augustus 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2798) met partijen besproken. In die uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat het handelen van gemeenteambtenaren die berichten plaatsen op een forum in beheer bij de VNG, wordt toegerekend aan het college van de gemeente waarvoor zij werkzaam zijn en dat het college in zoverre als verantwoordelijke moet worden aangemerkt. In dit geval wordt verweerder aangemerkt als verwerkingsverantwoordelijke voor het door zijn ambtenaren plaatsen van persoonsgegevens op het VNG-forum. Als bestuursorgaan en verwerkingsverantwoordelijke is een beslissing op een verwijderingsverzoek (als bedoeld in artikel 17 van de AVG) ingevolge artikel 34 van de Uitvoeringswet AVG een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), ongeacht de vraag of aan het verzoek kan worden voldaan.
4.2
De omstandigheid dat de uitspraak van de Afdeling betrekking heeft op een inzageverzoek en de nu voorliggende zaak op een verwijderingsverzoek, doet aan het voorgaande niet af. Artikel 34 van de Uitvoeringswet is immers op beide verzoeken van toepassing en in het geval verweerder zich op het standpunt stelt dat de persoonsgegevens van eiser reeds zijn verwijderd, is dat een voor bezwaar vatbaar besluit. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De beroepsgrond slaagt.
4.3
Het beroep is gegrond. Op wat eiser verder heeft aangevoerd, hoeft de rechtbank niet in te gaan. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd voor zover aangevochten.
4.4
Eiser heeft de rechtbank verzocht te volstaan met een vernietiging van het bestreden besluit met een opdracht aan verweerder om hem alsnog te horen. De rechtbank gaat hierin niet mee. Zij zal zelf in de zaak voorzien en het bezwaar ongegrond verklaren. Ter zitting heeft de rechtbank met partijen het verwijderingsverzoek inhoudelijk besproken. Verweerder heeft gemotiveerd dat onderzoek is gedaan naar de persoonsgegevens van eiser in de gemeentelijke systemen en dat contact is opgenomen met de VNG. In de systemen van de gemeente, inclusief de mailboxen van ambtenaren, zijn geen persoonsgegevens van eiser aangetroffen. De VNG heeft meegedeeld dat er geen persoonsinformatie van eiser meer te vinden is in de VNG-fora of de daarvoor gebruikte forumsoftware. Het al dan niet opslaan van gegevens door de VNG op een back-up van de VNG zelf, zoals door eiser is betoogd, behoort volgens verweerder niet tot zijn verantwoordelijkheid. De rechtbank volgt verweerder hierin. Deze nadere toelichting stond ook al in het verweerschrift van verweerder. Op de zitting is gebleken dat eiser dit verweerschrift in december 2020 heeft ontvangen. Dat eiser daar pas op de zitting achter is gekomen, komt voor zijn rekening en risico. Eiser had zich dus op voorhand op de nadere toelichting van verweerder kunnen voorbereiden en zo nodig de rechtbank kunnen verzoeken om getuigen te horen. Dat heeft hij niet gedaan. Ook overigens ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de nadere toelichting van verweerder. Een opdracht aan hem om eiser alsnog te horen dient dus geen enkel doel.
5. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt zij dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoedt.
6. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1068,- (1 punt voor het verschijnen ter zitting en 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 534,- en wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover daarbij het bezwaar tegen het verwijderingsverzoek niet-ontvankelijk is verklaard;
- verklaart het bezwaar in zoverre ongegrond;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 178,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.068,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, rechter, in aanwezigheid van mr. G.A. Verhoeven, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 maart 2021.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.