ECLI:NL:RBDHA:2021:2662

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 maart 2021
Publicatiedatum
22 maart 2021
Zaaknummer
NL20.19490
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 9 maart 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. L.J. Blijdorp, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. D. Berben, op 9 november 2020 niet-ontvankelijk was verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek is gelijktijdig behandeld met de beroepszaak.

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat, nu er inmiddels uitspraak is gedaan op het beroep, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. A.E. van Gestel, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.19490
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. L.J. Blijdorp), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. D. Berben).

Overwegingen

Bij besluit van 9 november 2020 heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen dit besluit heeft verzoekster beroep ingesteld (NL20.19498) en heeft zij tevens verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om de voorlopige voorziening is gelijktijdig behandeld met de beroepszaak. Het overzicht van het procesverloop is in de uitspraak op het beroep opgenomen.
Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.E. van Gestel, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
09 maart 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.