ECLI:NL:RBDHA:2021:2609
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag opleiding tot supervisor EMDR en schematherapie door staatssecretaris van Defensie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, werkzaam bij het Militair Revalidatie Centrum, en de staatssecretaris van Defensie. Eiseres had een aanvraag ingediend voor de opleiding tot 'supervisor EMDR en schematherapie', welke door verweerder op 15 januari 2020 werd afgewezen. Het bezwaar van eiseres tegen deze afwijzing werd op 7 mei 2020 ongegrond verklaard, waarna eiseres beroep instelde. Tijdens de zitting op 18 februari 2021, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, werd het procesverloop besproken. Eiseres stelde dat zij niet verplicht was om te kiezen tussen begeleiding naar arbeid in loondienst of als zelfstandige, wat verweerder als voorwaarde had gesteld voor de vergoeding van opleidingskosten.
De rechtbank overwoog dat eiseres sinds 2003 bij Defensie werkzaam was en dat haar functie was komen te vervallen door een reorganisatie. Eiseres was herplaatsingskandidaat en viel onder het Sociaal Beleidskader 2012-2019. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat eiseres geen keuze had gemaakt tussen de twee opties voor begeleiding. De rechtbank concludeerde dat de situatie van eiseres niet bijzonder genoeg was om van het beleid af te wijken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukte dat de gemaakte afspraken in het persoonlijk uitstroomplan (PUP) niet vaststonden en dat eiseres zich binnen vier weken kon wenden tot de centrale toetsingscommissie als er geen overeenstemming kon worden bereikt over de gemaakte afspraken.