Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
[eiser 6],
verweerders in voorwaardelijke reconventie,
1.[gedaagde1] ,
WORLD TRAVELLER HOLDING B.V.,
WORLD TRAVELLER B.V.,
WORLD TRAVELLER MERCHANDISE B.V.,
BOUNCING PRODUCTIONS B.V.,
PLAYING GLOBAL B.V.,
DUTCHMASTER MERCH B.V.,
WT INVESTMENT B.V.,
- eisers in conventie, verweerders in voorwaardelijke reconventie gezamenlijk als [eisers] (mannelijk enkelvoud);
- eisers in conventie, verweerders in voorwaardelijke reconventie sub 1 tot en met sub 4 gezamenlijk als [eisers 1t/m4] (mannelijk enkelvoud);
- eisers in conventie, verweerders in voorwaardelijke reconventie afzonderlijk als [eiser 1] , [eiser 2] , [eiser 3] , [eiser 4] , [eiser 5] en [eiser 6] ;
- gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie afzonderlijk als [gedaagde1] , World Traveller Holding, World Traveller, World Traveller Merchandise, Bouncing Productions, Playing Global, DutchMaster Merch en WT Investment.
mr. A.B. Vissers, advocaat te Amsterdam, en voor [gedaagden] door de advocaten voornoemd.
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 februari 2021, met producties EP01 tot en met EP36;
- de akte indiening producties in conventie, tevens akte eis in reconventie, ingekomen ter griffie op 4 februari 2021, met producties GP01 tot en met GP22;
- de producties EP37 tot en met EP44 van [eisers] , ingekomen ter griffie op 5 februari 2021;
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling (zie onder 1.2) toegezonden pleitnota’s van [eisers] en [gedaagden] , ingekomen ter griffie op 12 februari 2021;
2.De feiten
de voorzieningenrechter begrijpt: naar rato van het aandeel in de inkomsten voortkomend uit de optredens van [gedaagde1]] voldaan.
DutchMaster Merch en WT Investment opgericht.
woord-/beeldmerk) ook worden aangeduid als ‘de Dash Berlin-merken’.
meer – is opgenomen:
[gedaagde1] , toevoeging voorzieningenrechter] far exceeded the 183days and therefore considered a Resident. Since he is a dual resident and treaty tieing to NL, we are still required to file FBARs [
Foreign Bank Account Reports, zo begrijpt de voorzieningenrechter] and modified Form 5471. No tax on subpart F income, if any.
de voorzieningenrechter begrijpt: 8833] along with 1040NR.
Does he have a NL or other countries business entity(ies)? If so, please provide us the Financial Statements. We need the highest balances in each foreign account and data of the highest balance along with the name and address of the institution.”
worden verlengd met de periode waarin [gedaagde1] tijdelijk niet optreedt. Onder tijdelijk wordt in
dit verband verstaan een periode van meer dan vier weken.
vaststellingsovereenkomst.
belastingdienst (inclusief state tax) met betrekking tot Dash Berlin tot mei 2018 zullen
organiseren en de kosten daarvan zullen dragen. Hiertoe zullen partijen de volgende afspraken
maken c.q. uitwerken:
www.twitter.com/dashberlinFACEBOOK
www.facebook.com/dashberlinofficial1YOUTUBE
www.youtube.com/dashberlinDASHBERLIN.COMDASHBERLINWORLD.COMINSTAGRAM
www.instagram.com/dashberlinSOUNDCLOUD
www.soundcloud.com/dashberlinSPOTIFY
www.spotify.com/dashberlin
media-accounts gewijzigd en zijn de bij die accounts behorende wachtwoorden verstrekt. De ‘verhuizing’ van de domeinnamen www.dashberlin.com en www.dashberlinworld.com is ook aangevraagd en de in dat verband afgegeven ‘verhuiscodes’ zijn verstrekt aan de toenmalige advocaten van [gedaagde1] (de stukken betreffende de wachtwoorden van de social media-accounts en de ‘verhuiscodes’ van de domeinnamen zijn overgelegd als productie EP45, zie ook onder 5.3). [gedaagde1] dan wel [gedaagden] is/zijn verder gerechtigd geworden op de huisstijl van Aropa en kreeg/kregen, tot slot, het recht om onder de naam Dash Berlin op te treden en met of door gebruikmaking van die naam merchandising- en endorsementsinkomsten te genereren.
en [accountant van eisers] , accountant van [eisers] , werkzaam bij Crowe Foederer B.V. (hierna: [accountant van eisers] ), toevoeging voorzieningenrechter] as they have provided us with the information used to prepare the tax return.
[eiser 1] , [eiser 3] en [eiser 5] , toevoeging voorzieningenrechter] dient te worden betaald en dat is nog steeds niet gebeurd.
twee van de toenmalige advocaten van [gedaagden] , toevoeging voorzieningenrechter] in cc omdat zij in gesprek met elkaar zijn en mogelijk een oplossing met elkaar kunnen bedenken voor 2017.
, toevoeging voorzieningenrechter] betreft staan beide zaken niet los van elkaar en hebben partijen onderling van elkaar wat te vorderen. Bedragen hebben betrekking op dezelfde vaststellingsovereenkomst en [gedaagde1] heeft het recht om de vordering van jouw cliënten te verrekenen met zijn vordering op hen ter grootte van de opstaande [
de voorzieningenrechter leest: openstaande] belastingschuld 2017 die jouw cliënten op grond van de vaststellingsovereenkomst dienen te betalen.
e-mail – onder meer – het volgende gemeld:
vaststellingsovereenkomst, toevoeging voorzieningenrechter] met betrekking tot de commissies waaraan [gedaagde1] zich heeft gecommitteerd. Deze overeengekomen betalingsverplichting behelst de vergoeding door [gedaagde1] van het merk Dash Berlin gedurende de periode waarin [eiser 3] en [eiser 1] aanspraak kunnen maken op terugoverdracht van de onderneming, de merken, de handelsnaam en de inloggegevens van social media-accounts, een licentievergoeding op het gebruik van de naam Dash Berlin. Met het niet nakomen van deze betalingsverplichting binnen de afgesproken termijnen wordt in strijd gehandeld met de VSO. [gedaagde1] stelt de betaling aan te houden ‘totdat partijen een oplossing hebben gevonden’(e-mail 27 mei). De openstaande factuur (bijlage) heeft echter niets van doen met de Amerikaanse heffingen en staat daar dus los van. Namens cliënten sommeer ik [gedaagde1] dan ook tot directe betaling van deze openstaande factuur.
, toevoeging voorzieningenrechter] and I have had repeated requests from opposing teams to respond to emails concerning the 2017 tax return filing for [gedaagde1] .
, toevoeging voorzieningenrechter] and two other folks from TSJ to assist in the transition.
e-mail gestuurd waarin – onder meer – is opgenomen:
Cliënten hebben moeten concluderen dat u niet aan uw betalingsverplichting heeft voldaan.
(…)
uiterlijk 15 oktober 2020aan hun betalingsverplichtingen ex artikel 3 van de VSO hebben voldaan en de factuur dan niet hebben betaald, dienen zij alle genoemde onderdelen van de onderneming Dash Berlin
uiterlijk 29 oktober 2020over te dragen.
3.Het geschil in conventie
- de in de producties EP06 en EP07 genoemde merken;
- de handelsnamen ‘Dash Berlin’, ‘Dash’ en ‘Aropa’;
- het recht om onder de naam Dash Berlin op te treden;
- het recht om merchandising- en endorsementsinkomsten te genereren met of door gebruikmaking van de naam Dash Berlin;
- de huisstijl van Aropa;
- de domeinnamen www.dashberlin.com en www.dashberlinworld.com;
- de inloggegevens van de social media-accounts die zijn gekoppeld aan de naam Dash Berlin en genoemd zijn in bijlage 1 bij de vaststellingsovereenkomst,
en bepaalt (als vordering onder 1.1.) dat bij gebreke van een tijdige medewerking aan het gevorderde ten aanzien van de merken, handelsnamen en domeinnamen, dit vonnis op de voet van artikel 3:300 BW [8] dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van overdracht van genoemde merken, handelsnamen en domeinnamen aan [eisers 1t/m4] , althans door hem aan te wijzen vennootschappen, en, voorzover overdracht niet mogelijk is, dat dit vonnis geldt als schriftelijke toestemming namens [gedaagden] voor het op naam van [eisers 1t/m4] , of door hem aangewezen vennootschappen, stellen van de genoemde merken, handelsnamen en domeinnamen en een daartoe strekkend verzoek en overige nodige medewerking als en op een wijze die daarvoor is vereist door de betreffende registers;
de voorzieningenrechter begrijpt dat dit een verschrijving is en dat hier “2” is bedoeld] vallen;
4.Het geschil in voorwaardelijke reconventie
5.De beoordeling in conventie
Ten aanzien van de vordering van [eisers 1t/m4]
anders dan[cursivering voorzieningenrechter] vervat in deze regeling’ en zijn overeengekomen ‘niets meer van elkaar te vorderen te hebben zodra aan de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst is voldaan’. De vorderingen van [eisers 1t/m4] en [eisers] zijn echter gegrond op de nakoming van verplichtingen die wél in de vaststellingsovereenkomst zijn neergelegd, verplichtingen die [gedaagden] , volgens [eisers 1t/m4] en [eisers] , niet is nagekomen. Deze vorderingen vallen dus niet onder het bereik van het finale kwijtingsbeding.
- dat [gedaagden] niet heeft voldaan aan de betalingsverplichtingen zoals verwoord in de artikelen 3 en 4 van de vaststellingsovereenkomst door de factuur van 12 mei 2020 (strekkende tot afdracht van een deel van de inkomsten van [gedaagden] over de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 maart 2020) niet tijdig te voldoen;
- dat [gedaagden] , na conform het bepaalde in de eerste alinea van artikel 7 van de vaststellingsovereenkomst in gebreke te zijn gesteld (met de brief van één van de advocaten van [eisers 1t/m4] van 17 september 2020), niet binnen de in de ingebrekestelling genoemde termijn alsnog tot betaling van de factuur is overgegaan en
- dat [gedaagden] de rechten die staan opgesomd in de tweede alinea van artikel 7 van de vaststellingsovereenkomst niet binnen de in die alinea genoemde termijn van twee weken aan [eisers 1t/m4] heeft overgedragen, althans er geen zorg voor heeft gedragen dat [eisers 1t/m4] rechthebbende op die rechten wordt.
niet-nakoming van de betalingsverplichting die op grond van artikel 3 en 4 van de vaststellingsovereenkomst op [gedaagden] rust. Aan de (eventuele) niet-nakoming van de verplichtingen van [eisers] zoals opgenomen in artikel 21 aanhef en onder b en c van de vaststellingsovereenkomst zijn daarentegen geen gevolgen verbonden, althans in ieder geval niet het gevolg dat in dat geval verrekening zoals [gedaagden] wil, zou kunnen of moeten plaatsvinden. [gedaagden] heeft in reactie hierop aangevoerd dat [eisers 1t/m4] niet in die uitleg van de artikelen 3, 4 en 7 van de vaststellingsovereenkomst kan worden gevolgd, al was het maar, aldus [gedaagden] , omdat deze uitleg in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.
- primair: omdat de betaling van dat bedrag niet geacht kan worden binnen het bereik van artikel 21 aanhef en onder b en c van de vaststellingsovereenkomst te vallen (de vrijwaring voor ‘alle fiscale verplichtingen’);
- subsidiair: omdat [gedaagden] is tekortgeschoten in de nakoming van de in artikel 21 aanhef en onder a van de vaststellingsovereenkomst opgenomen verplichting om alle correspondentie die door [gedaagde1] of zijn gemachtigden met de IRS wordt gewisseld aan [eisers] te overleggen en te garanderen dat daarin geen fiscale ongunstige uitlatingen/toezeggingen zijn gedaan jegens alle betrokkenen (en, zo begrijpt de voorzieningenrechter, de in dit verband geleden schade voor rekening van [gedaagden] moet blijven);
- meer subsidiair: omdat artikel 21 aanhef en onder b en c van de vaststellingsovereenkomst onder invloed van dwaling tot stand is gekomen en deze artikelonderdelen dus vernietigbaar zijn.
e-mailberichten van [directeur van X] van TSJ aan [gedaagde1] en zijn toenmalige advocaten van 19 december 2018 (zie onder 2.14) en 21 december 2018 (zie onder 2.15) en (iii) eerdere conceptversies van de vaststellingsovereenkomst. Wat betreft de stukken onder ii) heeft [gedaagden] hieraan nog toegevoegd dat deze e-mailberichten bij [eisers] bekend waren omdat deze als producties zijn ingebracht in de kort geding procedure bij de rechtbank in Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, in januari 2019 (zie onder 2.9).
e-mailbericht kan niet worden afgeleid dat TSJ de ‘tax return 2017’ niet heeft ingediend (laat staan dat [eisers] daarvan wist). De verwijzing van [gedaagden] naar het
e-mailbericht van [directeur van X] van TSJ aan [gedaagde1] en zijn toenmalige advocaten van 21 december 2018 kan de voorzieningenrechter niet plaatsen, nu dat e-mailbericht niet ziet op het jaar 2017.
e-mailbericht volledig tot hem heeft laten doordringen, kan dit [gedaagden] niet baten. Naar voorlopig oordeel had [eisers] uit het e-mailbericht niet méér kunnen opmaken dan dat [gedaagde1] in 2017 meer dan 183 dagen in de VS had verbleven, hij daarom als ‘resident’ van de VS zou worden beschouwd en (in ieder geval) formulier 8833 zou moeten indienen en dat [gedaagde1] ‘te laat was met indienen’. [eisers] wist dus niet, althans dat kan naar voorlopig oordeel niet uit dit e-mailbericht worden opgemaakt, dat niet tijdige indiening van formulier 8833 tot gevolg zou hebben dat [gedaagde1] voor 2017 door de IRS zou worden belast over zijn wereldinkomen (hetgeen een te betalen bedrag van $ 120.912,- zou betekenen). [gedaagden] heeft voorts ook geen stukken in het geding gebracht waaruit volgt dat [eisers] ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst wist dat de benodigde formulieren toen nog steeds niet bij de IRS waren ingediend (dit gebeurde immers pas in maart 2020, zie 2.27) en dit niet tijdig indienen zou leiden tot een te betalen bedrag als toen (al) aan de orde (méér dan $ 120.912,-, in verband met verschuldigde boetes en rente). In dit verband acht de voorzieningenrechter ook van belang dat overschrijding van de ‘verblijfsduur in de VS-grens’ kennelijk nog nooit eerder was voorgekomen (‘het lijkt voor het eerst’ zo staat in het hier aan de orde zijnde e-mailbericht) en [eisers] onbetwist heeft gesteld dat het te betalen bedrag aan belasting in de jaren vóór 2017 altijd ‘meeviel’. Steun voor het standpunt van [eisers] kan voorts ook worden gevonden in de omstandigheid dat in artikel 21 aanhef en onder b van de vaststellingsovereenkomst, in relatie tot de betalingsverplichtingen van [eisers] , wordt gesproken over ‘naheffings
aanslagen’, hetgeen er op duidt dat er van werd uitgegaan dat aangiftes reeds waren gedaan.
- om mee te werken aan de overdracht van de in de producties EP06 en EP07 genoemde merkaanvragen en merkregistraties en de handelsnamen ‘Dash Berlin’, ‘Dash’ en ‘Aropa’;
- om mee te werken aan de wijziging van de tenaamstelling van de domeinnaam www.dashberlin.com;
- om de inloggegevens van de onder 2.17 weergegeven social media-accounts te verstrekken;
- om er voor zorg te dragen dat [eisers 1t/m4] de huisstijl van Aropa kan gaan gebruiken, onder de naam Dash Berlin kan gaan optreden en met of door gebruikmaking van die naam merchandising- en endorsementsinkomsten kan gaan genereren.
- het gebruik van de Dash Berlin-merken in die landen waar de merken zijn aangevraagd dan wel geregistreerd (zie onder 2.3 en 2.11);
- het gebruik in diezelfde landen van de handelsnamen ‘Dash Berlin’ en ‘Dash’;
- het gebruik in diezelfde landen van de tekens ‘dash berlin’, ‘dashers’, ‘jeffdash’, ‘formerlyknownasdashberlin’, ‘also known as dash berlin’ en daarmee overeenstemmende tekens,
op welke wijze dan ook, met inbegrip van ieder geval gebruik als hashtag, gebruik bij liveoptredens en in livestreams, gebruik in aankondigingen voor liveoptredens en livestreams en gebruik voor merchandise en endorsements.
€ 1.588,81. De over dit bedrag gevorderde wettelijke rente is eveneens toewijsbaar.
IE-)rechten vordert die hem thans nog niet toekomen. Ook de vordering tot het staken en gestaakt houden van het gebruik (op welke wijze dan ook) van de Dash-Berlin merken, de handelsnamen ‘Dash Berlin’ en ‘Dash’ en de tekens ‘dash berlin’, ‘dashers’, ‘jeffdash’, ‘formerlyknownasdashberlin’, ‘also known as dash berlin’ en daarmee overeenstemmende tekens (onderdeel 2 van de vordering van [eisers 1t/m4] ) is niet een dergelijke vordering, nu [eisers 1t/m4] dit grondt op een bepaling uit de vaststellingsovereenkomst die dat gebruik, zonder dat aan de ook in die overeenkomst neergelegde betalingsverplichtingen wordt voldaan, verbiedt. Onderdeel 3 van de vordering van [eisers 1t/m4] heeft slechts gedeeltelijk betrekking op handhaving van IE-rechten (in dit geval merk- en handelsnaamrechten). De onderdelen 4, 6 en 7 betreffen, zo erkent ook [eisers] , geen vorderingen als bedoeld in artikel 1019 Rv. De voorzieningenrechter schat, gelet hierop, het IE-deel van de zaak in conventie op 10% en het niet-IE-deel op 90%.
x 10%) x 75% =) voor het IE-deel zal worden toegewezen en een bedrag van € 685,80
(€ 1.016,- x 90%) x 75% =) voor het niet-IE-deel. Vermeerderd met een bedrag van € 85,81 aan dagvaardingskosten en een bedrag van € 2.076,- aan griffierecht, resulteert een toe te wijzen bedrag van € 3.972,61. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag is eveneens toewijsbaar.
€ 4.418,93 exclusief BTW aan buitengerechtelijke incassokosten opgenomen. Voor zover [eisers] heeft bedoeld ook dit bedrag als proceskosten te willen vorderen, wijst de voorzieningenrechter dit af. Als onderdeel 7 van hun vordering heeft [eisers] immers al vergoeding van buitengerechtelijke kosten gevorderd en dit onderdeel van de vordering zal ook worden toegewezen.
6.De beoordeling in voorwaardelijke reconventie
7.De beslissing
- mee te werken aan de overdracht van de in de producties EP06 en EP07 genoemde merkaanvragen en merkregistraties en de handelsnamen ‘Dash Berlin’, ‘Dash’ en ‘Aropa’;
- mee te werken aan de wijziging van de tenaamstelling van de domeinnaam www.dashberlin.com;
- de inloggegevens van de onder 2.17 weergegeven social media-accounts te verstrekken;
- er voor zorg te dragen dat [eisers 1t/m4] de huisstijl van Aropa kan gaan gebruiken, onder de naam Dash Berlin kan gaan optreden en met of door gebruikmaking van die naam merchandising- en endorsementsinkomsten kan gaan genereren,
en bepaalt dat als aan de handelingen die verricht moeten worden kosten zijn verbonden, [gedaagden] , althans [gedaagde1] dan wel de vennootschap(pen) die het betreft, die moet dragen;
- het gebruik van de Dash Berlin-merken in die landen waar de merken zijn aangevraagd dan wel geregistreerd (zie onder 2.3 en 2.11);
- het gebruik in diezelfde landen van de handelsnamen ‘Dash Berlin’ en ‘Dash’;
- het gebruik in diezelfde landen van de tekens ‘dash berlin’, ‘dashers’, ‘jeffdash’, ‘formerlyknownasdashberlin’, ‘also known as dash berlin’ en daarmee overeenstemmende tekens,
op welke wijze dan ook, met inbegrip van ieder geval gebruik als hashtag, gebruik bij liveoptredens en in livestreams, gebruik in aankondigingen voor liveoptredens en livestreams en gebruik voor merchandise en endorsements, een en ander behoudens expliciete schriftelijke toestemming van [eisers 1t/m4] , althans door hem aan te wijzen vennootschappen;