ECLI:NL:RBDHA:2021:2306
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en weigering uitstel van vertrek op grond van gezondheidsredenen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 maart 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser, die afkomstig is uit Algerije, heeft aangevoerd dat hij wordt bedreigd vanwege zijn getuigenis van een misdrijf in 1994. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag is afgewezen op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat Algerije als een veilig land van herkomst wordt beschouwd. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat hem ten onrechte geen uitstel van vertrek is verleend op basis van zijn gezondheidstoestand, die volgens hem ernstig zou verslechteren bij terugkeer naar Algerije. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser onvoldoende objectieve gegevens heeft overgelegd die de ernst van zijn gezondheidstoestand aantonen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verweerder terecht geen aanleiding heeft gezien om toepassing te geven aan artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000, en dat het beroep ongegrond is verklaard. Eiser kan bij een verandering in zijn medische situatie een nieuw verzoek indienen voor uitstel van vertrek.