ECLI:NL:RBDHA:2021:2159
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en afwijzing verzoek vervanging gecertificeerde instelling
In deze zaak heeft de kinderrechter op 11 februari 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die onder toezicht zijn gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 18 februari 2020 en liep tot 22 februari 2021. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de omstandigheden die aanleiding gaven voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn, met name de onveilige en instabiele thuissituatie van de kinderen als gevolg van de complexe echtscheidingsproblematiek van hun ouders. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de spanningen tussen hen hebben geleid tot een onveilige opvoedomgeving voor de kinderen. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 22 februari 2022, omdat het noodzakelijk is dat de kinderen passende behandelingen krijgen en dat er meer zicht komt op de opvoedvaardigheden van de ouders.
Daarnaast heeft de moeder een zelfstandig verzoek ingediend tot vervanging van de gecertificeerde instelling, omdat zij meent dat de samenwerking met de huidige instelling niet goed verloopt. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat er geen gronden zijn voor vervanging van de gecertificeerde instelling, omdat de huidige instelling al jaren betrokken is bij het gezin en beschikt over veel dossierkennis. De kinderrechter heeft benadrukt dat het in het belang van de kinderen is dat zij niet opnieuw kennis hoeven te maken met een nieuwe hulpverlenende instantie, wat hen zou kunnen schaden. De kinderrechter heeft de verzoeken van de moeder afgewezen en de ondertoezichtstelling verlengd met behoud van de huidige gecertificeerde instelling.