ECLI:NL:RBDHA:2021:2085

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 maart 2021
Publicatiedatum
8 maart 2021
Zaaknummer
NL21.2396 en NL21.2398
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaken

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd op 5 maart 2021, zijn de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen in de zaken met de nummers NL21.2396 en NL21.2398. De verzoekers, die asiel aanvragen, hebben tegen de besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, omdat hun aanvragen niet in behandeling zijn genomen. Tijdens de zitting op 2 maart 2021 zijn de verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. H.W.F. Klarenaar, verschenen. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. J. Visschers, heeft de bestreden besluiten verdedigd. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, in de zaken NL21.2395 en NL21.2397, al uitspraak gedaan op de beroepen van de verzoekers. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, wat de voorzieningenrechter heeft geleid tot de afwijzing van de verzoeken. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.2396 en NL21.2398

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2], mede ten behoeve van hun minderjarige kinderen

[verzoeker 3]en
[verzoeker 4], verzoekers
V-nummers: [V-nummer], [V-nummer], [V-nummer] en [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H.W.F. Klarenaar), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

In de besluiten van 16 februari 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting heeft, samen met de behandeling van de zaken NL21.2395 en NL21.2397, plaatsgevonden op 2 maart 2021. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen A.K. Nyaku. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. In de uitspraak van vandaag, zaaknummers NL21.2395 en NL21.2397, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
05 maart 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Mr. J.J. Catsburg S. Westerhof
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [Documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.