ECLI:NL:RBDHA:2021:2029
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst en betaling van wettelijke verhoging
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 maart 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen [verzoeker] en Juizz. [verzoeker] had op 30 december 2020 een verzoekschrift ingediend tot vernietiging van de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst, die op staande voet was gegeven door zijn werkgever, Juizz. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 februari 2021 heeft Juizz het ontslag op staande voet ingetrokken, maar de kantonrechter oordeelde dat [verzoeker] geen belang meer had bij de vernietiging van de opzegging, omdat hij feitelijk had ingestemd met de intrekking van het ontslag.
De kantonrechter heeft verder geoordeeld dat er geen aanleiding was om de wettelijke verhoging op het achterstallige salaris te matigen, aangezien de vertraging in de betaling volledig aan Juizz was toe te rekenen. [verzoeker] had recht op een wettelijke verhoging van 40% over zijn salaris van december 2020, omdat het salaris te laat was betaald. Daarnaast heeft de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] om een Urban Arrow bakfiets ter beschikking te stellen afgewezen, omdat hij onvoldoende had onderbouwd dat Juizz hiertoe verplicht was. Ook het verzoek om een schriftelijke rehabilitatie werd afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was van een aantasting van zijn eer en goede naam.
Ten slotte heeft de kantonrechter de proceskosten aan de zijde van [verzoeker] begroot op € 2.108,00, inclusief een bedrag voor het salaris van zijn gemachtigde. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.