ECLI:NL:RBDHA:2021:1877
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaren tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 februari 2021 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door M. Jonker, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had bezwaren ingediend tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2013 en 2014. De rechtbank oordeelde dat de bezwaren terecht niet-ontvankelijk waren verklaard door de Belastingdienst wegens termijnoverschrijding. Eiser had een brief gestuurd op 5 juli 2017, maar deze werd niet als bezwaarschrift aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de brief van 2 oktober 2017, waarin expliciet bezwaar werd gemaakt, te laat was ingediend. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift eindigde op 7 augustus 2017, en eiser had geen verschoonbare reden voor de termijnoverschrijding opgegeven. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.