ECLI:NL:RBDHA:2021:1876

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 februari 2021
Publicatiedatum
3 maart 2021
Zaaknummer
8927712 RP VERZ 20-50706
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van arbeidsovereenkomst na onterecht ontslag en strijd met herplaatsingsplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek van een werknemer, aangeduid als [verzoeker], tot herstel van zijn arbeidsovereenkomst met Neptune Energy Netherlands B.V. De werknemer was op 1 januari 2000 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van Neptune en was in verschillende functies werkzaam, waaronder als [functie 4]. In 2020 werd hij boventallig verklaard en zijn arbeidsovereenkomst werd opgezegd met toestemming van het UWV. De werknemer verzocht de kantonrechter om zijn arbeidsovereenkomst te herstellen, stellende dat de opzegging in strijd was met de herplaatsingsplicht van de werkgever, omdat er mogelijkheden tot herplaatsing waren in een andere passende functie, namelijk die van [functie 2]. De werkgever betwistte dit en stelde dat de functie van [functie 5] niet passend was voor de werknemer.

De kantonrechter oordeelde dat Neptune in strijd met haar herplaatsingsplicht had gehandeld door de functie van [functie 5] niet aan de werknemer aan te bieden. De rechter concludeerde dat de werknemer over de vereiste vaardigheden beschikte en dat de functie van [functie 2] passend was. De kantonrechter heeft het verzoek van de werknemer om herstel van de arbeidsovereenkomst toegewezen, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021, en Neptune veroordeeld tot betaling van het achterstallige salaris en een dwangsom voor het geval niet aan de veroordeling werd voldaan. Tevens werd de werknemer veroordeeld tot terugbetaling van de transitievergoeding die hij had ontvangen, nu de arbeidsovereenkomst werd hersteld. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers bij reorganisaties en de noodzaak om werknemers de kans te geven zich te herplaatsen in passende functies.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Den Haag
JvdB/c
Zaaknummer: 8927712 RP VERZ 20-50706
Datum: 18 februari 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
gemachtigde: mr. P. Caris,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Neptune Energy Netherlands B.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
verweerster,
gemachtigde: mr. J.N.A. Dijkman.
Partijen worden aangeduid als “ [verzoeker] ” en “Neptune”.

1.Het procesverloop

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
  • het verzoekschrift, ingekomen bij de griffie op 14 december 2020, met producties 1 tot en met 42;
  • het verweerschrift, ingekomen bij de griffie op 25 januari 2021, met producties 1 tot en met 8;
  • de brief van de gemachtigde van [verzoeker] van 28 januari 2021 met aanvullende producties 43 en 44;
  • de e-mail van de gemachtigde van Neptune van 28 januari 2021 met pleitaantekeningen;
  • de e-mail van de gemachtigde van [verzoeker] van 29 januari 2021 met pleitaantekeningen.
1.2
Op 29 januari 2021 heeft via Skype de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Daaraan heeft [verzoeker] in persoon deelgenomen, tezamen met zijn gemachtigde. Namens Neptune hebben mevrouw [betrokkene 1] en de heer [betrokkene 2] deelgenomen, tezamen met de gemachtigde van Neptune. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling hebben de gemachtigden van zowel [verzoeker] als Neptune pleitaantekeningen overgelegd. Van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken heeft de griffier zakelijke aantekeningen gemaakt, die zich in het griffiedossier bevinden. De zaak is na de mondelinge behandeling aangehouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen een minnelijke regeling te treffen. Bij brieven van 4 februari 2021 hebben zowel [verzoeker] als Neptune de kantonrechter verzocht om een beschikking te geven .
1.3
De uitspraak is vervolgens bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Neptune is actief in de exploitatie, winning en bewerking (waaronder raffinage) van olie en de exploitatie, winning en bewerking van gas, mineralen en ertsen alsmede het verrichten van al hetgeen in de ruimste zin daarmee verband houdt. Neptune heeft in februari 2018 de Engie E&P Group overgenomen, waaronder Engie E&P Nederland B.V., als gevolg waarvan Neptune Energy Netherlands B.V. rechtsopvolger is van Engie E&P Nederland B.V.
2.2.
[verzoeker] , geboren op [geboortedag] 1962, is op 1 januari 2000 in dienst getreden bij TransCanada International (Netherlands) B.V., de rechtsvoorganger van Neptune, in de functie van [functie 1] . Tot mei 2017 is [verzoeker] werkzaam geweest in de functie van [functie 2] binnen Engie E&P Nederland B.V.
2.3.
In 2015 heeft de Engie Group het olie- en gasonderdeel van de Engie Group afgesplitst en werd dit olie- en gasdeel geherstructureerd tot het “One Company Model”. Feitelijk betekende dit dat onder meer dat de bedrijfsactiviteiten in de landen Noorwegen, Verenigd Koninkrijk, Nederland en Frankrijk als één organisatie zouden functioneren.
2.4.
Ten gevolge van deze organisatorische wijziging heeft [verzoeker] de functie van [functie 3] binnen Engie E&P International S.A. vervuld. De standplaats van [verzoeker] werd Parijs.
2.5.
In 2018 heeft Neptune het One Company Model weer afgeschaft. . Ten gevolge daarvan werden de gecentraliseerde afdelingen wederom gedecentraliseerd en werd de regie over de bedrijfsactiviteiten teruggegeven aan de eigen landenorganisaties. De afdeling Financial Shared Services Center werd op dat moment echter nog niet gedecentraliseerd. Per februari 2019 is [verzoeker] benoemd in de functie van [functie 4] (hierna: “FSSC”).
2.6.
In 2020 heeft Neptune ook het FSSC gedecentraliseerd. Dit had tot gevolg dat in totaal 18 FTE kwam te vervallen, waaronder de functie van [verzoeker] als [functie 4] of FSSC. In Nederland werd een nieuwe positie gecreëerd: de [functie 5] .
2.7.
Op 9 april 2020 heeft in aanwezigheid van de heer [betrokkene 2] een gesprek tussen Neptune en [verzoeker] plaatsgevonden, waarbij aan [verzoeker] is kenbaar gemaakt dat hij in zijn functie boventallig zou worden. Dit is tevens per brief van 9 april 2020 aan [verzoeker] bevestigd. Ten aanzien van de mogelijkheid tot herplaatsing vermeldt deze brief als volgt:
“(…)Within our current organisation we weren’t able to find you a suitable alternative position or interchangeable position that links up with you capabilities and experiences and is no more than one salary scale lower or higher than your current position. (…)”
2.8.
Tijdens het gesprek op 9 april 2020 heeft [verzoeker] kenbaar gemaakt dat hij geplaatst wilde worden in de nieuwe positie van [functie 5] . Op 14 april 2020 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden tussen mevrouw [betrokkene 1] (hierna: “ [betrokkene 1] ”) van HR en [verzoeker] waarin onder meer is gesproken over de positie van [functie 5] .
2.9.
Op 28 april 2020 heeft de gemachtigde van [verzoeker] een e-mail gezonden aan [betrokkene 1] waarin – voor zover relevant – als volgt wordt geschreven:
“(…) In dat kader begreep ik van cliënt dat hij een verzoek heeft gedaan om herplaatst te worden op de nieuw gecreëerde functie van [functie 5] , maar dat aangegeven zou zijn dat geen sprake is van een passende functie.
(…)
Cliënt toonde mij de vacaturetekst en zijn CV en ik kan op basis daarvan niet anders dan vaststellen dat de functie van [functie 5] Finance aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van cliënt. Een en ander is ook niet zo verwonderlijk aangezien cliënt deze functie nota bene tot 3 jaar geleden heeft uitgevoerd. Het roept dan ook nogal wat vragen op waarom Neptune wil komen tot een einde van de arbeidsovereenkomst. Van cliënt begreep ik dat de reden van niet plaatsen gelegen zou zijn in het functioneren in zijn huidige functie.(…)”
2.1
Per e-mail van 29 april 2020 heeft Neptune daarop – voor zover relevant – als volgt gereageerd:
“(…)In de nieuwe rol van [functie 5] NL is de focus vooral gericht op “people management” en het creëren van de gewenste cultuur. Deze functie sluit naadloos aan aan het Neptune Leadership profiel.
In deze reorganisatie wordt niet gekeken naar de performance van [verzoeker] , maar wordt uitsluitend beoordeeld of hij passend is voor de nieuwe functie op basis van opleiding, ervaring en capaciteiten.
De nieuwe functie van [functie 5] NL is in onze beleving geen passende functie omdat deze niet aansluit bij de capaciteiten van [verzoeker] . Een papieren vergelijk gaat in dit geval niet op. Een vergelijking met de functie die [verzoeker] jaren geleden heeft uitgevoerd gaat in dit geval ook niet op. Het profiel moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van het bovenstaande (Leadesship profiel en cultuur).(…)”
2.11.
Op 14 mei 2020 berichtte Neptune vervolgens aan de gemachtigde van [verzoeker] dat besloten was hem niet direct te herplaatsen vanwege ontbrekende leiderschapskwaliteiten, maar dat – om aan de wens van [verzoeker] tegemoet te komen – het reguliere proces voor hem zou worden opgezet, welk proces inhoudt dat [verzoeker] een motivatiebrief diende in te sturen, een interview zou plaatsvinden met een (onafhankelijke, externe) recruiter en een extern assessment zou plaatsvinden.
2.12.
In de e-mail van 22 mei 2020 berichtte Neptune aan [verzoeker] ten aanzien van het leiderschapsprofiel – voor zover relevant – als volgt:
“(…) Met de komst van Neptune in 2018 werd de Team of Teams filosofie geïntroduceerd. Trainingen zijn gefaciliteerd voor het management om met name de Leaders mee te nemen in deze nieuwe cultuur. De McChrystal Group was hiervoor uitgenodigd. Hierna is in samenwerking met allerlei medewerkers van Neptune van verschillende disciplines een leadership profiel opgesteld. Vertegenwoordigers uit alle lagen van de organisatie werden gevraagd mee te werken tijdens een workshops om aan te geven wat in hun beleving competenties en vaardigheden zijn die bij een manager horen. Deze interactieve sessies die verzorgd zijn door een externe partij (The Oxford Group) hebben geresulteerd in een nieuw leadership profiel in het begin van 2019. (…)”
2.13.
Op 26 juni 2020 berichtte Neptune [verzoeker] over de uitkomst van het onder 2.11. benoemde proces – voor zover relevant – als volgt:
“(…) Dit heeft allereerst geleid tot een overleg met de interne recruiter, [betrokkene 3] , met wie jij op 5 juni 2020 een drie uur durend gesprek hebt gevoerd. (…)
Samenvatting van [betrokkene 3] :
(…)
Het functieprofiel [functie 5] vertoont een beperkte match met [verzoeker] zijn geteste competenties en vaardigheden voortkomende uit het interview.
Het leiderschaps-framework van Neptune Energy, opgesteld door The Oxford Group, sluit zeer beperkt aan op de bevindingen uit het 3-uur durende interview d.d. 5 juni 2020.
GITP rapport naar aanleiding van onderzoek 4 juni 2020
(…)
Het advies van GITP luidt kort samengevat als volgt: “Alles overziend laat [verzoeker] een matige geschiktheid zien voor de functie van [functie 2] . Qua intelligentie en zakelijke resultaatgerichte insteek sluit hij voldoende aan voor de inhoudelijke aspecten van de functie. Niet heeft hij kunnen overtuigen als enthousiasmerend en coachend peoplemanager met een natuurlijke focus op mensen.”
(…)
Van jouw zijde is in het rapport hierover opgemerkt dat jouw werkgever altijd een resultaatgericht management gevraagd heeft en dat dit ook hetgeen is wat je hebt laten zien. Nu wordt er van jou een people management gericht leiderschap gevraagd en dat is voor jou een ontwikkeling die je moet gaan doormaken. Een ontwikkeling van peoplemanagement welke op basis van het rapport door training en coaching mogelijk zou zijn.
Voor wat betreft dit laatste aspect vermeldt GITP mijns inziens iets anders:
“Ontwikkeling van peoplemanagement en beïnvloeding is beperkt mogelijk. Zijn introversie, meer inhouds- dan mensgerichte aard kan belemmerend werken op verdere ontwikkeling.”
Conclusie
(…)
Alles overziend is Neptune van mening dat jouw persoon en profiel niet, althans onvoldoende voldoet aan de nieuwe positie van [functie 5] NL. Deze functie wordt door Neptune Energy dan ook aangemerkt als een niet passende functie welke aansluit bij jouw opleiding, ervaring en capaciteiten.
(…)
Daarbij geldt dat uit de in beide rapportages genoemde objectief vastgestelde criteria en aanbevelingen ook blijkt dat het niet aannemelijk is dat je binnen de geldende herplaatsingstermijn deze vaardigheden eigen kan maken.
Dat geldt des temeer nu het hier ziet op persoonlijke vaardigheden peoplemanagement, wat moeilijk eigen te maken is binnen een beperkte periode. Zoals jou bekend, is dit wel een van de kerngegevens die binnen die nieuwe organisatie van Neptune Energy centraal staan en reeds langere tijd zijn voorbereid, in kaart gebracht en worden uitgevoerd op basis van het motto “teams of teams”, zoals ingevoerd door de McChrystal Group. Ook verwijs ik in dit kader naar de door de Oxford Group gegeven interactieve sessies, welke uiteindelijk hebben geleid tot het nieuwe leadershipsprofiel begin 2019.(…)”
Aan [verzoeker] werd in deze e-mail verder een voorstel gedaan om tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst te komen.
2.14.
Partijen zijn naar aanleiding daarvan niet tot een vergelijk gekomen.
2.15.
Op 22 juli 2020 heeft Neptune daarom een ontslagaanvraag ingediend bij het Uitvoerginsinstituut Werknemersverzekeringen (hierna: “UWV”). [verzoeker] heeft in de UWV procedure verweer gevoerd. Het UWV heeft bij besluit van 15 oktober 2020 aan Neptune toestemming gegeven voor opzegging van de arbeidsovereenkomst tussen partijen.
2.16.
Neptune heeft de arbeidsovereenkomst daarna bij brief van 20 oktober 2020 opgezegd met ingang van 1 januari 2021.
2.17.
Aan [verzoeker] is door Neptune een transitievergoeding van € 91.785,00 bruto betaald.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter:
primair
I. de arbeidsovereenkomst te herstellen, dan wel Neptune te veroordelen om de arbeidsovereenkomst te herstellen, met terugwerkende kracht per 1 januari 2021, dan wel op de kortst mogelijke termijn, zo nodig op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat Neptune niet aan deze veroordeling voldoet;
II. zo nodig een voorziening te treffen voor de gevolgen van het ontbreken van een arbeidsovereenkomst in de periode tot herstel;
III. Neptune te veroordelen om 14 dagen na betekening van de in deze procedure te wijzen beschikking, aan [verzoeker] het achterstallige salaris te betalen, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% ex artikel 7:625 BW, althans een door de kantonrechter in goede justitie te betalen bedrag aan wettelijke verhoging, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der verschuldigdheid tot en met de dag der algehele voldoening, onder verstrekking van een deugdelijke specificatie aan [verzoeker] ;
IV. althans een zodanige beslissing te nemen als de kantonrechter in goede justitie meent te behoren;
subsidiair
Neptune te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van de in deze procedure te wijzen beschikking, aan [verzoeker] het netto equivalent van het bedrag van de billijke vergoeding ad € 1,5 miljoen bruto, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der verschuldigdheid tot en met de dag der algehele voldoening, onder verstrekking van een deugdelijke specificatie aan [verzoeker] ;
meer subsidiair
Neptune te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van de in deze procedure te wijzen beschikking, het Sociaal Plan op [verzoeker] toe te passen en aan hem het netto equivalent van het bedrag dat aan [verzoeker] uit hoofde van het Sociaal Plan toekomt ad € 161.907,91 bruto, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der verschuldigdheid tot en met de dag der algehele voldoening.
in alle gevallen
Onder veroordeling van Neptune in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
3.2.
Aan het primaire verzoek tot herstel van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:682 lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW) legt [verzoeker] – kort en samengevat weergegeven – het volgende ten grondslag. De opzegging door Neptune is in strijd met artikel 7:669 lid 3, onderdeel a, BW omdat Neptune niet aannemelijk heeft gemaakt dat mogelijkheden tot herplaatsing van [verzoeker] op een andere passende functie binnen een redelijke termijn – in zijn geval vier maanden en op grond van het Sociaal Plan verlengd naar zes maanden – al dan niet met behulp van scholing, ontbreken. Neptune had de functie van [functie 2] aan [verzoeker] moeten aanbieden, want deze is passend in de zin van artikel 9 van de Ontslagregeling. [verzoeker] stelt dat deze functie één-op-één de functie is die hij tot drie jaar geleden ruim 17 jaar lang heeft vervuld en daarnaast voor een groot deel overlap aan taken kent met de functie van [functie 4] of FSSC, die [verzoeker] laatstelijk vervulde. [verzoeker] stelt verder dat Neptune – tot het moment waarop [verzoeker] hier zelf over is begonnen – niet heeft gesproken over de nieuwe functie van [functie 5] en ook de vacature en functiebeschrijving niet onder zijn aandacht heeft gebracht. Dit is in strijd met de inspanningen die Neptune diende te verrichten teneinde te onderzoeken of [verzoeker] is te herplaatsen, aldus [verzoeker] . [verzoeker] stelt dat Neptune de functie niet aan hem wil aanbieden vanwege een incident en vanwege in de persoon gelegen omstandigheden en dat Neptune daarna een gekunstelde argumentatie heeft gecreëerd voor het niet passend zijn van de functie van [functie 2] , waarbij de nadruk is komen te liggen op het ontbreken van leiderschapskwaliteiten. Voor zover de functie in eerste instantie al niet passend zou zijn, stelt [verzoeker] verder dat vast staat dat hij door middel van scholing geschikt zou zijn te maken.
3.3.
[verzoeker] heeft subsidiair, voor zover de kantonrechter van oordeel is dat herstel van de arbeidsovereenkomst niet mogelijk is, een verzoek gedaan om ten laste van Neptune aan hem een billijke vergoeding toe te kennen van € 1,5 miljoen bruto, op grond van artikel 7:682 lid 1, onderdeel b BW. In dat kader heeft [verzoeker] aangevoerd dat Neptune [verzoeker] had kunnen herplaatsen op de functie van [functie 2] en de arbeidsovereenkomst in stand had kunnen laten, maar dat zij er bewust voor gekozen heeft dat niet te doen en daarvoor oneigenlijke argumentatie heeft gebruikt. Gelet daarop is sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door Neptune.
3.4.
Meer subsidiair heeft [verzoeker] een verzoek gedaan om Neptune te veroordelen om aan hem de vergoeding uit het toepasselijk Sociaal Plan ter hoogte van € 160.624,- te betalen. [verzoeker] stelt dat het in deze specifieke omstandigheden van het geval in strijd is met de redelijkheid en billijkheid en meer in het algemeen ook in strijd is met het beginsel van goed werkgeverschap dat Neptune op grond van artikel 6.2.3 van het Sociaal Plan meent dat zij in verband met het voeren van een inhoudelijke UWV-procedure niet langer gehouden is een hogere transitievergoeding toe te passen dan de wettelijke transitievergoeding.

4.Het verweer

4.1.
Neptune verweert zich en stelt dat het verzoek om haar te veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen moet worden afgewezen. Neptune voert daartoe – kort en samengevat weergegeven – aan dat de functie van [verzoeker] als [functie 4] of FSSC, conform het reorganisatiebesluit, is komen te vervallen. Verder betwist Neptune dat de mogelijkheid bestond om [verzoeker] te herplaatsen in een passende functie. Neptune stelt in dat kader dat de functie van [functie 5] niet passend is. Zij stelt dat de (financiële) organisatie in de loop van de tijd is veranderd in termen van vereisten van haar personeel, vanwege de ontwikkeling en aard van de nieuwe organisatie en nieuwe aandeelhouders. Neptune stelt dat deze competenties zwak, dan wel afwezig zijn bij [verzoeker] en dat uit het interne competentieonderzoek en het externe assessment volgt dat [verzoeker] zich deze capaciteiten niet binnen de termijn voor herplaatsing eigen kan maken.
4.2.
Neptune voert verder aan dat ook het subsidiaire verzoek om ten laste van haar een billijke vergoeding toe te kennen en het meer subsidiaire verzoek om ten laste van haar een vergoeding op basis van het Sociaal Plan toe te kennen, dient te worden afgewezen. Op dit verweer zal hierna – voor zover relevant – nader worden ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of Neptune moet worden veroordeeld om de arbeidsovereenkomst te herstellen dan wel dat aan [verzoeker] een vergoeding moet worden toegekend indien herstel van de arbeidsovereenkomst niet mogelijk zou blijken te zijn.
5.2.
In artikel 7:682 lid 1 BW is bepaald dat de kantonrechter, op verzoek van een werknemer van wie de arbeidsovereenkomst met toestemming van het UWV is opgezegd wegens bedrijfseconomische redenen, de werkgever kan veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen of ten laste van de werkgever een billijke vergoeding kan toekennen, indien de opzegging in strijd is met artikel 7:669, lid 1 of lid 3, onderdeel a BW en herstel van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet mogelijk is. Ingevolge artikel 7:669 lid 1 BW kan de werkgever de arbeidsovereenkomst opzeggen indien daar een redelijke grond voor is èn herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Daaruit volgt dat ook in het geval van een opzegging van een arbeidsovereenkomst op grond van een bedrijfseconomische reden, waarbij de werkgever de toestemming van het UWV heeft verkregen, de werkgever de herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie dient te onderzoeken.
5.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van een bedrijfseconomische noodzaak, waarbij de voormalige functie van [verzoeker] als [functie 4] of FSSC is komen te vervallen. Het punt dat hen verdeeld houdt, is of Neptune de functie van [functie 5] aan [verzoeker] had moeten aanbieden op grond van de op haar rustende herplaatsingsplicht, zoals [verzoeker] stelt.
5.4.
Voor de beantwoording van die vraag is ten eerste relevant of gedurende de wervingsprocedure voor die nieuwe functie ‘de spelregels’ zijn gewijzigd, omdat de nadruk is komen te liggen op leiderschapskwaliteiten, zoals door [verzoeker] is aangevoerd. [verzoeker] stelt dat tijdens het boventalligheidsgesprek op 9 april 2020 aan hem is verteld dat zijn leidinggevende, de heer [betrokkene 2] , door een incident dat in 2019 had plaatsgevonden, het vertrouwen in [verzoeker] had verloren. [verzoeker] stelt dan ook dat daarin de reden gelegen is dat Neptune hem niet in de nieuwe functie van [functie 5] wilde plaatsen en dat Neptune daarna een gekunstelde argumentatie heeft gecreëerd voor het niet passend zijn van die functie. Pas in de e-mail van 29 april 2020 maakt Neptune voor het eerst melding van het feit dat voor de nieuwe functie bepaalde peoplemanagementskills noodzakelijk zouden zijn en dat [verzoeker] die niet zou hebben, aldus [verzoeker] . [verzoeker] stelt dat de vereiste peoplemanagementskills tot dat moment ook niet uit de vacaturetekst en de bijgevoegde functieomschrijving volgden en dat hij pas op 22 mei 2020 – naar aanleiding van de e-mail van mevrouw [betrokkene 1] – voor het eerst heeft kennisgenomen van het leiderschapsprofiel dat door Neptune werd voorgestaan , te weten de Team of Teams Filosofie, die in 2018 werd geïntroduceerd. [verzoeker] stelt verder dat er drie functiebeschrijvingen voor de functie van [functie 5] in omloop zijn, te weten (1) de functiebeschrijving die is opgenomen in de adviesaanvraag aan de OR en de vacaturetekst, (2) de functiebeschrijving die is gebruikt ten behoeve van het ‘reguliere proces’ en (3) de functiebeschrijving die is overgelegd bij de ontslagaanvraag bij het UWV. [verzoeker] stelt dat er binnen de verschillende documenten geschoven wordt met het al dan niet bestaan van Team Leads en daarmee het aantal direct en indirect reports en ook de in de beschrijvingen opgenomen competenties, en dat alles omdat Neptune hem niet wil herplaatsen.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter is niet komen vast te staan dat Neptune bewust een gekunstelde argumentatie heeft gecreëerd ter onderbouwing van haar standpunt dat geen sprake is van een passende functie. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt. Door Neptune wordt betwist dat de heer [betrokkene 2] [verzoeker] vanwege een persoonlijk incident niet in de nieuwe functie wil plaatsen. Door Neptune wordt verder onderbouwd dat sinds 2018 een organisatorisch veranderproces is ingezet en door haar is ook onderkend dat voor de functieomschrijving van de nieuwe rol van [functie 5] verschillende versies zijn opgesteld. Neptune heeft daarover verklaard dat de eerste functiebeschrijving een intern document betreft dat dateert uit maart 2020, van welk document [verzoeker] ook erkend dat hij dit van een collega en niet van Neptune zelf heeft ontvangen. Door [verzoeker] wordt verder verwezen naar de functiebeschrijving, die is gebruikt gedurende het ‘reguliere proces’. In deze functieomschrijving worden onder de Direct Reports de Team Lead Accounts Payable en Team Leads JV Accounting genoemd. Neptune stelt dat dit document gedateerd is van 12 december 2019 en de benoeming van deze Team Leads juist ziet op het tijdperk voor de reorganisatie van het FSSC. Neptune stelt dat de heer [betrokkene 2] input heeft gegeven op dit document, waarna de tussenlaag, waaronder die van de twee Team Leads, is verwijderd. Neptune stelt dat – zoals in iedere grotere reorganisatie – het hier een organisatorisch veranderproces betreft wat op basis van managementmeetings en overleg zonder meer tot andere inzichten en aanpassingen kan leiden. Ook ten aanzien van deze versie van de functieomschrijving is door Neptune onweersproken gesteld dat deze versie nooit vanuit HR met [verzoeker] is gedeeld. De derde versie van de functieomschrijving is bijgevoegd bij de UWV-ontslagaanvraag en dit is de juiste versie welke met [verzoeker] vanuit HR is gedeeld, alsook de versie die aan de interne recruiter Verbruggen, alsook aan GITP is afgegeven, aldus Neptune.
5.6.
Ten aanzien van het door GITP uitgevoerde geschiktheidsassessment, waarover door [verzoeker] is gesteld dat dit een assessment is zoals dat voor externe sollicitanten geldt, stelt Neptune dat een extern assessment onderdeel van iedere herplaatsing uitmaakt. Dit wordt door [verzoeker] betwist. [verzoeker] stelt dat slechts enkele managers een assessment doorlopen en dat het in alle gevallen de leidinggevende was die daar een beslissing over mocht nemen. Wat daar verder ook van zij, blijkbaar heeft Neptune er in onderhavig geval voor gekozen om een geschiktheidsassessment uit te laten voeren. Daarmee staat nog niet vast dat Neptune dat assessment heeft gebruikt in een poging om haar argumentatie rondom het al dan niet passend zijn van de functie rond te krijgen, zoals [verzoeker] stelt. Daar komt bij dat door Neptune ter zitting onder verwijzing naar een e-mail van de behandelaar van GITP van 16 september 2020 – naar aanleiding van de opmerkingen en kanttekeningen van [verzoeker] met betrekking tot de vraagstelling van het assessment – onweersproken is gesteld dat de mate van geschiktheid van [verzoeker] voor de functie van [functie 2] is getoetst in dat assessment en dat daarbij het nieuwe Neptune leiderschapsprofiel in ogenschouw is genomen. Dat niet is onderzocht of de nieuwe functie van [functie 5] een passende functie, dan wel een – door middel van scholing – passende te maken functie betreft, is de kantonrechter dan ook niet gebleken.
5.7.
Hoewel een en ander niet vlekkeloos is verlopen, kan de kantonrechter gelet op het voorgaande niet tot de conclusie komen dat Neptune een gekunstelde argumentatie heeft gecreëerd voor het niet passend zijn van de nieuwe functie, zoals door [verzoeker] is gesteld, dan wel dat Neptune de ‘spelregels’ gedurende de wervingsprocedure heeft gewijzigd. Naar het oordeel van de kantonrechter is door Neptune voldoende onderbouwd dat zij vanaf 2018 een veranderingsproces heeft ingezet waarbij leiderschapskwaliteiten een grotere rol zijn gaan spelen.
5.8.
Met inachtneming van het voorgaande dient vervolgens niettemin de vraag te worden beantwoord of de nieuwe functie van [functie 5] een passende functie is in de zin van artikel 9 van de Ontslagregeling. Op grond van artikel 9 lid 3 van de Ontslagregeling is sprake van een passende functie wanneer deze aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van de werknemer.
5.9.
[verzoeker] stelt dat de functie één-op-één aansluit bij de functie van [functie 2] die hij tot drie jaar geleden 17 jaar lang heeft vervuld. Met Neptune is de kantonrechter echter van oordeel dat de tijd sindsdien niet heeft stilgestaan. [verzoeker] heeft zich enerzijds ontwikkeld en heeft in dat kader de functie van [functie 3] bekleed in Parijs en heeft vervolgens de stap gemaakt naar [functie 4] of FSSC, een functie met een internationaal karakter. Anderzijds is door Neptune dus een veranderingsproces in werking gezet waarbij de nadruk meer is komen te liggen op de leiderschapskwaliteiten.
5.10.
Door Neptune is gesteld dat zij sinds 2018 de Team of Teams filosofie hanteert, waarbij die leiderschapskwaliteiten een grotere rol spelen. De kantonrechter stelt vast dat deze filosofie dus ook al gold op het moment dat [verzoeker] in 2019 werd geplaatst op de functie van [functie 4] of FSSC. Met [verzoeker] is de kantonrechter van oordeel dat deze gewenste leiderschapsstijl en de peoplemanagementskills binnen die functie ook een grote rol moeten hebben gespeeld. Gesteld noch gebleken is echter dat in de aanloop naar de reorganisatie op- of aanmerkingen zijn geuit op de leiderschapskwaliteiten van [verzoeker] en/of dat aangeboden is hem daarin te ondersteunen, omdat Neptune destijds van mening was dat [verzoeker] op het punt van zijn leiderschapskwaliteiten tekort schoot. Dat door Neptune is gesteld dat HR in navolging van dit nieuwe leiderschapsprofiel meerdere trainingssessies heeft verzorgd voor alle managers van Nederland doet daaraan niet af. Het gaat er immers om dat [verzoeker] individueel op eventuele verbeterpunten moet zijn gewezen en dat daar dan ook individueel
– en niet collectief door middel van een trainingssessie – met [verzoeker] aan is gewerkt. Daar komt bij dat [verzoeker] in de nieuwe functie minder ondergeschikten (‘reports’) onder zich zou hebben, waardoor de leiderschapskwaliteiten in die nieuwe functie ook minder van belang zijn. Gelet op het voorgaande heeft Neptune naar het oordeel van de kantonrechter bij de vraag naar het passend zijn van de functie van [functie 2] dan ook teveel de nadruk gelegd op die leiderschapskwaliteiten en zonder voldoende onderbouwing de conclusie getrokken dat [verzoeker] èn de gewenste leiderschapskwaliteiten mist èn dat hij de gewenste leiderschapskwaliteiten niet zou kunnen verwerven, al dan niet met daarop gerichte scholing en ondersteuning vanuit Neptune.
5.11.
Tussen partijen is verder niet in geschil dat [verzoeker] over de vereiste financiële (inhoudelijke) vaardigheden voor de functie beschikt. Daarnaast wordt door Neptune ook niet betwist dat de functie voor een overlap aan taken kent met de functie van [functie 4] of FSSC die [verzoeker] laatstelijk vervulde. Verder is gesteld noch gebleken dat de nieuwe functie van [functie 5] – los van de rol die thans toekomt aan de leiderschapskwaliteiten – inhoudelijk anders is ten opzichte van de functie van [functie 2] die [verzoeker] tot drie jaar geleden 17 jaar lang heeft vervuld. Al het voorgaande in overweging nemende is de kantonrechter van oordeel dat Neptune de functie van [functie 5] aan [verzoeker] had moeten aanbieden. Door dat niet te doen heeft Neptune in strijd met haar herplaatsingsplicht gehandeld. De conclusie van het voorgaande is dat Neptune de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd in strijd met artikel 7:669 lid 1 BW.
5.12.
De kantonrechter zal thans onderzoeken welke de gevolgen van het voorgaande moeten zijn. [verzoeker] heeft primair verzocht de arbeidsovereenkomst te herstellen. Neptune stelt zich op het standpunt dat herstel van de arbeidsovereenkomst niet in de rede ligt.
5.13.
In de wetsgeschiedenis is bepaald dat de rechter niet ambtshalve in plaats van een gevraagd herstel van de arbeidsovereenkomst een billijke vergoeding toe kan kennen. Het verzoek van de werknemer is leidend, waarbij het aan de werknemer is om te beoordelen wat hij wel of niet redelijk acht, en zijn verzoek daarop in te richten (
Kamerstukken I2013/2014, 33 818, C, p. 113).
5.14.
[verzoeker] stelt dat geen enkele belemmering bestaat voor herstel van de arbeidsovereenkomst, dat Neptune de positie van [functie 2] nu op tijdelijke basis door een externe kracht op interim basis laat vervullen en tussen partijen geen overige geschillen van dien aard zijn op grond waarvan herstel van de arbeidsovereenkomst niet mogelijk is. [verzoeker] wijst verder op de gevolgen van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst die, gelet op zijn leeftijd en arbeidsmarktpositie, voor hem verregaand zijn. Met [verzoeker] is de kantonrechter van oordeel dat er geen sprake is van zodanige belemmeringen dat een herstel van de arbeidsovereenkomst niet mogelijk zou zijn. Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter het primaire verzoek van [verzoeker] om Neptune te veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen, toewijzen. Neptune zal worden veroordeeld de arbeidsovereenkomst te herstellen met ingang van 1 januari 2021, de datum waartegen de arbeidsovereenkomst eerder is opgezegd. De door [verzoeker] verzochte dwangsom zal worden toegewezen op de hierna in het dictum vermelde wijze.
5.15.
De door [verzoeker] verzochte loondoorbetaling en nevenverzoeken zullen eveneens worden toegewezen. De kantonrechter ziet evenwel aanleiding de door [verzoeker] gevorderde wettelijke verhoging te matigen tot 10%. Neptune heeft verzocht om rekening te houden met de mogelijkheid dat [verzoeker] na opzegging in aanmerking is gekomen voor een WW-uitkering. De kantonrechter gaat hieraan voorbij nu – zou [verzoeker] inderdaad aanspraak hebben gemaakt op een WW-uitkering – het niet aan de rechter is om vast te stellen of de WW-uitkering moet worden terugbetaald. Dat is een beslissing van het UWV waar [verzoeker] zich in voorkomend geval naar heeft te richten.
5.16.
Als gevolg van het herstel van de arbeidsovereenkomst is de grond voor de reeds door Neptune betaalde transitievergoeding komen te vervallen. [verzoeker] zal de transitievergoeding ook terug dienen te betalen. De kantonrechter zal daarom de door Neptune verzochte voorziening in de zin van artikel 7:682 lid 6 BW treffen dat [verzoeker] wordt veroordeeld tot terugbetaling van het netto-equivalent van de door Neptune betaalde transitievergoeding ter hoogte van € 91.785,00 bruto, met dien verstande dat de termijn waarbinnen [verzoeker] het betreffende bedrag aan Neptune dient terug te betalen zal worden gesteld op veertien dagen, nadat Neptune de arbeidsovereenkomst zal hebben hersteld..
5.17.
Gelet op het voorgaande behoeven de overige stellingen van partijen en het subsidiaire en meer subsidiaire verzoek van [verzoeker] geen bespreking meer.
5.18.
Neptune zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure op de hierna te vermelden wijze. De door [verzoeker] gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten zullen eveneens worden toegewezen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Neptune om de arbeidsovereenkomst te herstellen met ingang van 1 januari 2021;
6.2.
bepaalt dat Neptune een dwangsom verschuldigd is van € 500,00 per dag, indien binnen zeven kalenderdag na de datum van deze beschikking niet aan de veroordeling onder 6.1 wordt voldaan, met een maximum van € 50.000,-;
6.3.
veroordeelt Neptune om binnen veertien kalenderdagen na datum van deze beschikking het achterstallige salaris aan [verzoeker] te betalen, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 10% ex artikel 7:625 BW, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der verschuldigdheid tot en met de dag der algehele voldoening, onder verstrekking van een deugdelijke specificatie aan [verzoeker] ;
6.4.
veroordeelt [verzoeker] , bij wijze van voorziening omtrent de rechtsgevolgen van het herstel de arbeidsovereenkomst, om binnen veertien kalenderdagen na het herstel van de arbeidsovereenkomst door Neptune aan Neptune het netto-equivalent van de betaalde transitievergoeding van € 91.785,00 bruto terug te betalen;
6.5.
veroordeelt Neptune tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op € 581,00, te weten:
griffierecht € 83,00,
salaris gemachtigde € 498,00 (2 punten à € 249,00),
een en ander onverminderd de eventueel over deze kosten verschuldigde BTW, en bepaalt dat dit bedrag binnen veertien dagen na betekening van deze beschikking moet zijn voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening;
6.6.
veroordeelt Neptune tot betaling van € 120,- aan nasalaris, indien Neptune niet binnen veertien kalenderdagen na de datum van deze beschikking vrijwillig aan haar verplichtingen op grond van deze beschikking heeft voldaan, te vermeerderen met de explootkosten van betekening van de beschikking, indien betekening van deze beschikking aan Neptune noodzakelijk blijkt;
6.7.
verklaart deze beschikking ten aanzien van de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
6.8.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. C.W.D. Bom en uitgesproken ter openbare zitting van 18 februari 2021.