ECLI:NL:RBDHA:2021:17323

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 mei 2021
Publicatiedatum
30 april 2024
Zaaknummer
9215558 \ RL EXPL 21-8123
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in een civiele procedure over contractuele rente en oneerlijke bedingen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 mei 2021 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Netpoint Factoring B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit B.V., had een vordering ingesteld op basis van een dagvaarding van 28 april 2021. De gedaagde partij heeft niet gereageerd op de dagvaarding, waardoor verstek is verleend.

De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat deze niet onrechtmatig of ongegrond is. De eisende partij vorderde een contractuele rente van 1% per maand vanaf de verzuimdatum, maar de kantonrechter heeft ambtshalve moeten beoordelen of deze rente als oneerlijk kan worden beschouwd. Op basis van de rechtspraak van het Hof van Justitie en de Hoge Raad is vastgesteld dat een contractuele rente die hoger is dan de wettelijke handelsrente in beginsel als oneerlijk wordt beschouwd.

Aangezien de eisende partij geen toelichting heeft gegeven waarom de gevorderde rente niet onredelijk bezwarend zou zijn, heeft de kantonrechter geconcludeerd dat er sprake is van een onevenredig hoge schadevergoeding. Dit leidde tot de vernietiging van het beding in de algemene voorwaarden met betrekking tot de contractuele rente. De kantonrechter heeft de primair gevorderde contractuele rente afgewezen, maar de subsidiaire vordering tot betaling van de wettelijke rente is toegewezen.

In de beslissing is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 430,92, vermeerderd met wettelijke rente, en is de gedaagde partij in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

K.C. Tsang
Grosse afgegeven aan eisende partij op

Rechtbank Den Haag

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
Rolnr.: 9215558 \ RL EXPL 21-8123
Extern kenmerk: 26244739

Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:

Netpoint Factoring B.V. te Kaatsheuvel,eisende partij,gemachtigde GGN Mastering Credit B.V.,

tegen

[gedaagde] te [woonplaats] ,

Het procesverloop

Eisende partij heeft gevorderd zoals is vermeld in de dagvaarding van 28 april 2021 waarmee deze procedure is ingeleid. De inhoud van deze dagvaarding moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.
Gedaagde partij is daarop niet verschenen en heeft ook anderszins niet gereageerd. De voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen. Tegen gedaagde partij is daarom verstek verleend.

Beoordeling van het geschil

De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze bij verstek wordt toegewezen als hierna te vermelden. Gedaagde partij is consument. Eisende partij vordert de overeengekomen rente van 1% per maand vanaf de verzuimdatum. Daarbij doet zij een beroep op de algemene voorwaarden. De kantonrechter dient op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie (o.a. 4 juni 2009, C 243/08) en de Hoge Raad (13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691) ambtshalve te beoordelen of sprake is van een oneerlijk beding. Als uitgangspunt dient te worden gehanteerd dat een contractuele rente hoger dan de actuele wettelijke handelsrente in beginsel als oneerlijk wordt beschouwd. In het onderhavige geval is sprake van een rente die ruim boven de wettelijke handelsrente ligt. Het is aan eisende partij om bij dagvaarding toe te lichten waarom een dergelijke rente in het onderhavige geval niet onredelijk bezwarend zou zijn. Eisende partij heeft hierop echter in het geheel geen toelichting gegeven. Daarmee heeft eisende partij het vermoeden dat er sprake is van een onevenredige hoge schadevergoeding niet weerlegd. Dit leidt ertoe dat kantonrechter ambtshalve over zal gaan tot vernietiging van het beding in de algemene voorwaarden waar eisende partij zich met betrekking tot de contractuele rente op beroept. De primair gevorderde contractuele rente zal daarom ook worden afgewezen. Subsidiair vordert eisende partij de wettelijke rente. Deze vordering is als op de wet gegrond toewijsbaar.

Beslissing

De kantonrechter,
1. veroordeelt gedaagde partij om tegen bewijs van kwijting aan de eisende partij te betalen de som van € 430,92 vermeerderd met de wettelijke rente over € 423,20 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening;
2. veroordeelt gedaagde partij in de kosten van het geding, tot hiertoe aan de zijde van de eisende partij vastgesteld op € 290,44, waaronder € 75,00 als vergoeding voor de gemachtigde van de eisende partij;
3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C. Vink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2021.
de griffier, de kantonrechter,
Voor grosse
Afgegeven aan en ten verzoeke van
eisende partij.
De Griffier van de rechtbank Den Haag,
Zittingsplaats ’s-Gravenhage