In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, uitgesproken op 21 juli 2021, is de wijziging van de afspraken omtrent kinder- en partneralimentatie aan de orde. De man, die in een eerdere echtscheidingsprocedure afspraken had gemaakt over de alimentatie, verzoekt om wijziging van deze afspraken op basis van gewijzigde omstandigheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw, die in het verleden gehuwd zijn geweest, ouders zijn van twee minderjarige kinderen. De man heeft verzocht om de kinderalimentatie te verlagen en de partneralimentatie te beëindigen, omdat zijn inkomen is gedaald. De vrouw is het niet eens met de voorgestelde wijzigingen van de alimentatiebedragen, maar stemt in met een wijziging van de zorgregeling voor de kinderen.
De rechtbank heeft de verzoeken van de man gedeeltelijk toegewezen. De kinderalimentatie wordt verlaagd naar € 231,- per kind per maand voor de periode van 1 september 2020 tot en met 31 maart 2021, en naar € 217,- per kind per maand vanaf 1 april 2021. De partneralimentatie wordt voor de periode van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2020 vastgesteld op € 458,- bruto per maand, en vanaf 1 september 2020 op nihil. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn inkomen is gedaald door omstandigheden die niet verwijtbaar zijn. De rechtbank heeft ook de zorgregeling gewijzigd, zodat de kinderen nu om de twee weken op zondag bij de man verblijven. De rechtbank heeft de afspraken over het vakantiegeld en de kindrekening aangepast en bepaald dat de man de alimentatie vóór de eerste van de maand moet betalen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de alimentatie ook moet worden betaald als er hoger beroep wordt ingesteld.