Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die stelt van onbekende nationaliteit te zijn en geboren op een onbekende datum in 2000, heeft op 9 april 2021 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De Staatssecretaris heeft op 24 augustus 2021 de maatregel van bewaring opgeheven, waarna de rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de beoordeling zich beperkt tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding, nu de maatregel van bewaring is opgeheven. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel getoetst in een andere zaak (NL21.10298) en geconcludeerd dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek rechtmatig was. Eiser heeft geen inhoudelijke gronden ingediend tegen de bewaring en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om het beroep gegrond te verklaren en heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter J.G. Nicholson en griffier N.J.R. Kalaykhan, en is bekendgemaakt op 31 augustus 2021. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.