ECLI:NL:RBDHA:2021:17133
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vergoeding voor contra-expertise in asielprocedure
In deze zaak heeft eiseres, een Iraakse asielzoeker, verzocht om vergoeding van de kosten voor een contra-expertise door dr. [A]. Dit verzoek werd door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) afgewezen, omdat het niet voldeed aan de voorwaarden voor toekenning. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 21 oktober 2021 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat de contra-expertise noodzakelijk was om de conclusies van het Bureau Documenten te weerleggen. Eiseres voerde aan dat de eisen van het COA een belemmering vormden voor het verkrijgen van een contra-expertise, wat in strijd zou zijn met het beginsel van equality of arms.
De rechtbank heeft overwogen dat het COA beoordelingsvrijheid toekomt bij de beoordeling van de noodzakelijkheid van de kosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de expertise van dr. [A] niet voldeed aan de vereisten voor een forensisch-technisch onderzoek. Eiseres heeft niet aangetoond dat dr. [A] over de benodigde vaardigheden en referentiemateriaal beschikt. De rechtbank concludeert dat het COA in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat eiseres niet in aanmerking komt voor de vergoeding van de kosten voor de contra-expertise. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman en openbaar gemaakt op 6 december 2021.