ECLI:NL:RBDHA:2021:17098

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 september 2021
Publicatiedatum
27 september 2022
Zaaknummer
NL21.14110 VK
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G.W. Mettendaf, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. I.E. Lemmers, heeft de voorzieningenrechter op 23 september 2021 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris op 2 september 2021 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 23 september 2021 is de zaak behandeld, maar de verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De motivering hiervoor was dat de verzoeker, van Marokkaanse nationaliteit en geboren in 1994, in een eerdere uitspraak op dezelfde dag in de zaak NL21.14109 al een beslissing had gekregen op zijn beroep. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. O. Veldman, in aanwezigheid van mr. M.M. van Luijk-Salomons, griffier, en is bekendgemaakt op 30 september 2021. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.14110
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker V-nummer: [v-nummer] (gemachtigde: mr. G.W. Mettendaf),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. I.E. Lemmers).

Procesverloop

Bij besluit van 2 september 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.14109, op 23 september 2021 op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
Verzoeker is van Marokkaanse nationaliteit en is geboren op [1994] .
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.14109, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 23 september 2021 door mr. O. Veldman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.M. van Luijk-Salomons, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
30 september 2021

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.