ECLI:NL:RBDHA:2021:17067
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Iraakse eiser wegens gebrek aan geloofwaardige risico's bij terugkeer naar Irak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 november 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Iraakse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 8 juni 2021 was afgewezen. Eiser stelde dat hij bij terugkeer naar Irak een reëel risico op ernstige schade liep, onder andere door de onveilige situatie en de dreiging van rekrutering door milities. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat niet aannemelijk was dat eiser daadwerkelijk een reëel risico op ernstige schade liep. De rechtbank verwees naar het ambtsbericht van Irak uit 2019, waaruit bleek dat de situatie niet zodanig was dat elke burger een reëel risico liep. Eiser had geen bewijs geleverd ter onderbouwing van zijn claims over de risico's bij terugkeer. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat eiser niet in aanmerking kwam voor internationale bescherming. De uitspraak werd gedaan door mr. J.H. Lange, met mr. M.P.M. Veerman-Timmer als griffier. Eiser kan binnen vier weken na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.