ECLI:NL:RBDHA:2021:17060

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 december 2021
Publicatiedatum
6 september 2022
Zaaknummer
NL21.18574
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na ongegrondverklaring beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een man van Syrische nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 22 november 2021 was afgewezen. De aanvraag werd niet-ontvankelijk verklaard, waarop de verzoeker beroep instelde tegen dit besluit. Tevens verzocht hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

De zitting vond plaats op 14 december 2021, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. C.T.W. van Dijk, en een tolk, W. Jaafar, aanwezig was. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J. Kaikai. Tijdens de zitting werd het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, maar de voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening, aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak werd gedaan in een andere zaak (NL21.18373) die samenhangt met het verzoek.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd op dezelfde dag bekendgemaakt en is openbaar gemaakt via de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.18574
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker] ,geboren op [1978] , van Syrische nationaliteit
,verzoeker
V-nummer: [v-nummer] (gemachtigde: mr. C.T.W. van Dijk),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J. Kaikai).

Procesverloop

Bij besluit van 22 november 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet- ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.18373, op
14 december 2021 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen W. Jaafar. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep met zaaknummer NL21.18373. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. O. Veldman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra-Foppen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
21 december 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op www.rechtspraak.nl.

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.