ECLI:NL:RBDHA:2021:17052

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 december 2021
Publicatiedatum
5 september 2022
Zaaknummer
NL21.11877
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Ugandese vrouw op basis van seksuele gerichtheid en de beoordeling van de geloofwaardigheid door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 december 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Ugandese vrouw die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de aanvraag als ongegrond werd beschouwd. De eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde mr. I.J.M. Oomen, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 9 november 2021 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij de eiseres aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door mr. I.E. Lemmers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres niet kan terugkeren naar Uganda vanwege haar lesbische gerichtheid, die haar in gevaar brengt door haar ex-partner en de politie. De rechtbank heeft de argumenten van de eiseres over de onzorgvuldige afname van het gehoor door de tolk en de beoordeling van haar asielrelaas door de verweerder overwogen. De rechtbank oordeelt dat de verweerder onvoldoende gemotiveerd heeft dat de lesbische geaardheid van de eiseres niet geloofwaardig is en dat de afwijzing van de asielaanvraag niet op de juiste wijze is onderbouwd. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de verweerder opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak van de rechtbank. Tevens is de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiseres tot een bedrag van € 1.496,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.11877
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 december 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , V-nummer: [V-nummer] , eiseres (gemachtigde: mr. I.J.M. Oomen),

en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder. (gemachtigde: mr. I.E. Lemmers).

Procesverloop

Bij besluit van 25 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres van 7 juni 2019 tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 november 2021. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M.G. Nyabukye.

Overwegingen

1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1994 en heeft de Ugandese nationaliteit.
2. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij niet kan terugkeren naar haar land van herkomst, omdat zij gezocht wordt door haar ex-partner [A] en de politie vanwege haar lesbische gerichtheid. Eiseres had namelijk gedurende haar relatie met [A] ook een relatie met een vrouw, [B] . Op 10 augustus 2018 heeft [A] hun samen betrapt en eiseres is toen door [A] in elkaar geslagen. Eiseres is hieraan ontsnapt en heeft door haar verwondingen een paar dagen in het ziekenhuis gelegen. Eiseres kreeg vervolgens van [B] te horen dat [A] en de politie op zoek naar haar waren. Eiseres heeft vervolgens op meerdere, tijdelijke adressen verbleven. Met de hulp van [B] heeft eiseres een visum verkregen en is zij naar Nederland gereisd.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Seksuele gerichtheid;
3. Problemen vanwege de seksuele gerichtheid.
Bestreden besluit
Verweerder acht element 1 geloofwaardig. De elementen 2 en 3 worden niet geloofwaardig geacht. De tolk heeft gehandeld conform de terminologielijst die in samenwerking met het COC is opgesteld en is vertaald door officieel erkende tolken. Dat de door de tolk gebruikte woord voor homoseksualiteit (‘musiyazi’) naar de letterlijke betekenis een denigrerende connotatie heeft, betekent volgens verweerder niet dat eiseres in haar belangen is geschaad en dat niet van haar verklaringen kan worden uitgegaan vanwege gevoelens van onveiligheid. Niet is gebleken dat de tolken te kwader trouw hebben gehandeld. Verweerder stelt zich over de seksuele gerichtheid op het standpunt dat eiseres tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over het proces van bewustwording van haar geaardheid. Ook heeft zij onvoldoende inzicht gegeven in hoe zij haar gevoelens heeft onderdrukt. Van eiseres mag worden verwacht dat zij gedetailleerder kan verklaren over haar persoonlijke worsteling, nu zij heeft verklaard jarenlang een intensieve worsteling te hebben ervaren. De omstandigheid dat Oeganda een collectivistische samenleving is, betekent niet dat van eiser niet kan worden verwacht dat zij haar persoonlijke beleving en gevoelens inzichtelijk maakt en daar concreet over kan verklaren. Verder heeft eiseres summier verklaard over haar gestelde relatie met [B] . Van eiseres mag worden verwacht dat zij in meer dan algemene bewoordingen kan beschrijven wat voor gevoelens zij voor [B] had. Het feit dat eiseres sinds haar aankomst in Nederland geen contact meer heeft met [B] en uit haar verklaringen blijkt dat zij niet op een intensieve wijze met elkaar bemoeienis hadden zoals verwacht mag worden in een gestelde liefdesrelatie, doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van de liefdesrelatie. Dat eiseres actief is in de lhbti-gemeenschap in Nederland geeft, in samenhang met de verklaringen van eiseres, onvoldoende inzicht in het authentieke verhaal van eiseres. Ten aanzien van de problemen van eiseres vanwege haar seksuele gerichtheid overweegt verweerder dat eiseres niet duidelijk heeft verklaard over haar relatie met [A] en of zij getrouwd waren. Daarnaast wordt niet ingezien waarom eiseres bij [A] bleef als dekmantel om met [B] te kunnen zijn en waarom eiseres een onaanvaardbaar risico heeft genomen door bij haar met [B] af te spreken. De door eiseres ongerijmde verklaringen over de manier waarop zij en [B] zijn ontsnapt nadat zij door [A] zijn betrapt en over hoe [A] eiseres heeft weten te bereiken nadat zij haar simkaart had weggegooid, doen verdere afbreuk aan de geloofwaardigheid van het derde element. Gelet op het voorgaande, heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond zoals bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
Onzorgvuldig afgenomen gehoor
4. Eiseres voert aan dat het nadere gehoor niet zorgvuldig is afgenomen, omdat de tolk gedurende het nadere gehoor een term voor het woord ‘homoseksualiteit’ gebruikte die eiseres als naar en denigrerend ervaarde. Dit is van invloed geweest op het hele gehoor. Het is de verantwoordelijkheid van zowel de tolk als de gehoormedewerker om het gehoor zo goed mogelijk te laten verlopen en een vertrouwde sfeer te creëren. Eiseres voelde zich hierdoor tijdens het gehoor ernstig beperkt om haar gevoelens te uiten.
5. De rechtbank is van oordeel dat het nadere gehoor niet onzorgvuldig door verweerder is afgenomen. De rechtbank stelt vast dat het woord ‘musiyazi’ tweemaal in het gehoor is gebruikt door de tolk. Uit het gehoor blijkt dat eiseres tot twee keer toe voor zichzelf is opgekomen door aan te geven dat ze niet wil dat de tolk dat woord gebruikt. Daarnaast blijkt dat eiseres twijfelde over hoe het nadere gehoor is verlopen, door aan te geven dat het
gehoor niet slecht is gegaan, maar zij het met haar advocaat zal bespreken. De rechtbank begrijpt dat het woord als denigrerend wordt ervaren door eiseres, echter is niet gebleken dat eiseres hierdoor haar asielrelaas onvoldoende naar voren heeft kunnen brengen. De rechtbank acht daartoe van belang dat eiseres een uitgebreide eigen relaas heeft afgelegd en de gehoormedewerker en tolk gehoor hebben gegeven aan het verzoek van eiseres om het woord ‘homoseksualiteit’ anders te gaan beschrijven. Voor zover het woord ‘musiyazi’ is gebruikt, is niet gebleken dat dit consequenties heeft gehad op het gehoor van eiseres.
Seksuele gerichtheid
6. Eiseres voert verder aan dat verweerder het asielrelaas niet zorgvuldig en op objectieve en onpartijdige wijze heeft beoordeeld. Eiseres heeft namelijk niet tegenstrijdig verklaard over het proces van bewustwording van haar geaardheid, maar zij heeft haar omstandigheden en gevoelens in retrospectief beoordeeld, waarbij er een verschil is tussen het moment dat eiseres besefte dat zij meer naar vrouwen trok en het moment dat zij daadwerkelijk bewust werd van haar geaardheid. Verder stelt verweerder zich ten onrechte op het standpunt dat eiser onvoldoende inzicht heeft gegeven in haar lesbische gevoelens en haar persoonlijke worsteling. Gelet op het collectivistische karakter van Oeganda, had verweerder niet van eiseres mogen verwachten hier meer over te kunnen verklaren. Verweerder heeft daarom het asielrelaas met onvoldoende kennis en inzicht in de cultuur van eiseres beoordeeld. Dit temeer omdat verweerder eiseres niet voldoende gelegenheid heeft gegeven om informatie aan te leveren die noodzakelijk is voor de beoordeling. Ook heeft eiseres wel typerende en authentieke verklaringen afgelegd over haar gevoelens voor [B] en hun relatie.
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich onvoldoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat de lesbische geaardheid van eiseres niet geloofwaardig is en overweegt daartoe als volgt. Ten aanzien van haar proces van bewustwording heeft eiseres verklaard dat zij in 2008, toen zij veertien was, gevoelens kreeg voor [B] , maar voor haar nog niet duidelijk was wat deze gevoelens inhielden. In de zienswijze stelt eiseres dat zij in 2009, nadat zij door haar buren werd beschuldigd van het hebben van een lesbische relatie, wist dat wat zij met [B] had, zondig was. Eiseres heeft haar gevoelens onderdrukt tot 2014, in welk jaar zij haar lesbische gerichtheid accepteerde. Deze verklaringen merkt de rechtbank niet aan als wisselend of tegenstrijdig, aangezien eiseres hiermee weergeeft vanaf welk moment zij gevoelens ontwikkelde voor een vrouw, vanaf welk moment zij realiseerde dat zij door die gevoelens - zoals zij zelfs zegt - als “afvaleter” werd beschouwd en het moment dat zij haar gevoelens accepteerde. Daarnaast is niet gebleken dat eiseres tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over het moment dat eiseres uit huis is gestuurd door haar oma. Uit het nadere gehoor blijkt dat eiseres de vraag van de gehoormedewerker niet goed heeft begrepen. Hoewel de vraag van de gehoormedewerker zag op de problemen die waren ontstaan in 2008, blijkt uit het vervolg van het gehoor dat eiseres vervolgens verklaarde over het moment in 2014, toen zij weg werd gestuurd door oma nadat de roddels over haar geaardheid aanhielden. Hieruit volgt dus dat eiseres in 2014, op haar negentiende, uit het huis van haar oma is gestuurd. Dit heeft eiseres tevens verduidelijkt in de correcties en aanvullingen op het nadere gehoor. De beroepsgrond slaagt.
8. Verweerder heeft verder niet kenbaar aandacht besteed aan de verklaringen van eiseres dat zij haar gevoelens moest onderdrukken, omdat homoseksualiteit een taboe is in haar cultuur. Over het onderdrukken van haar gevoelens heeft eiseres verklaard dat zij dit deed door niet meer naar de kerk te gaan, maar door te bidden en te vasten. Daarnaast hoopte eiseres haar gevoelens te veranderen door haar gevoelens ‘af te spoelen’ door [B] te
vermijden. Waarom deze verklaringen te weinig inzicht geven in de manier waarop zij haar gevoelens heeft onderdrukt, heeft verweerder niet duidelijk gemaakt. De gehoormedewerker heeft op dit punt ook niet verder doorgevraagd. Het bestreden besluit is op dit punt onvoldoende gemotiveerd en onzorgvuldig voorbereid. De beroepsgrond slaagt.
9. Ook kan de rechtbank verweerder niet volgen in het standpunt dat eiseres summier heeft verklaard over haar relatie met [B] . Uit de verklaringen van eiseres blijkt dat zij met meer dan algemene bewoordingen heeft beschreven wat zij leuk vond aan [B] , wat haar gevoelens voor [B] waren en hoe deze verschilden van haar gevoelens voor [A] . De rechtbank acht verder van belang dat eiseres ook heeft verklaard dat zij en [B] spraken over hun toekomstplannen samen en dachten aan het adopteren van een meisje wiens naam ook met de letter ‘R’ zou beginnen. Verweerder heeft deze verklaring van eiseres ten onrechte niet in zijn beoordeling betrokken. Ook dit levert een motiveringsgebrek op. Hoewel verweerder het opmerkelijk heeft mogen vinden dat eiseres sinds haar vertrek uit Uganda geen contact meer heeft met [B] en eiseres niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe [B] een visum voor eiseres heeft geregeld, acht de rechtbank dit onvoldoende om de liefdesrelatie tussen eiseres en [B] niet geloofwaardig te achten. De beroepsgrond slaagt.
Problemen vanwege seksuele gerichtheid
10. Ten aanzien van haar relatie met [A] overweegt de rechtbank dat eiseres heeft verklaard niet getrouwd te zijn geweest met [A] . Verweerder kan niet worden gevolgd dat deze verklaring tegenstrijdig is met wat eiseres eerder in haar aanmeldgehoor heeft verklaard, namelijk dat zij niet gehuwd is. Verweerder heeft de relatie met [A] niet geloofwaardig geacht, maar heeft daarbij niet meegewogen dat eiseres uitleg heeft gegeven over deze relatie. Eiseres heeft namelijk verklaard dat zij [A] enkel als dekmantel gebruikte voor haar relatie met [B] , omdat er jarenlang roddels rondgingen over haar geaardheid en haar familie daardoor niets meer met haar te maken wilde hebben. Een relatie hebben met een man was dan de enige manier voor eiseres om haar leven met [B] te leiden. Waarom deze verklaring ongeloofwaardig wordt bevonden, heeft verweerder niet voorzien van een voldoende motivering. Eiseres heeft verder de reden vermeld waarom zij met [B] in haar huis afsprak. Zij heeft daarbij verklaard dat de risico’s van betrapping niet groot waren, omdat [A] vaak weken weg was van huis en hij van tevoren liet weten dat hij onderweg naar huis was. Daarnaast heeft eiseres verklaard dat [A] dacht dat [B] en zij vriendinnen waren. De rechtbank kan verweerder niet volgen in waarom deze verklaringen als ongerijmd zijn afgedaan. Het bestreden besluit is ook op dit punt onvoldoende gemotiveerd. De beroepsgrond slaagt daarom.
11. De rechtbank is echter wel van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiseres wisselend heeft verklaard over de manier waarop zij ontsnapt is aan [A] nadat hij haar had betrapt met [B] . Eiseres heeft in haar eigen relaas verklaard dat haar buurman haar had geholpen met het wegkomen van [A] en zij vervolgens naar buiten is gevlucht. Later in het gehoor heeft eiseres verklaard dat [A] haar had vastgepakt en had meegenomen naar buiten, waar [A] en de buurman begonnen te vechten. Dit heeft verweerder als tegenstrijdig mogen aanmerken. De rechtbank volgt verweerder verder in zijn stelling dat het niet op weg lag van verweerder nader onderzoek te doen naar de overgelegde medische verklaring van eiseres, omdat deze geen echtheidskenmerken bevatten en het de verklaringen van eiseres onvoldoende ondersteunt. Daarnaast heeft eiseres onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe [A] haar heeft kunnen bellen, nadat zij haar simkaart heeft verwisseld. Eiser heeft verklaard dat [A] haar telefoon heeft kunnen traceren, omdat
zij op dezelfde Google-account gekoppeld waren. Hiermee heeft eiseres echter niet aannemelijk gemaakt hoe [A] haar heeft kunnen bellen, omdat er een verschil is tussen het bellen naar een nummer en het traceren van een telefoon. Het argument van verweerder houdt daarom stand.
12. De laatstgenoemde wisselende en ongerijmde verklaringen laten onverlet dat de motivering van het besluit op de overige punten onvoldoende is om het bestreden besluit in stand te laten.
Conclusie
13. Het beroep is gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit wegens strijd met artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank ziet geen aanleiding om een bestuurlijke lus op grond van artikel 8:51a van de Awb toe te passen of zelf in de zaak te voorzien, omdat het aan verweerder is om opnieuw een geloofwaardigheidsbeoordeling te maken over het asielrelaas van eiseres. Verweerder moet daarom een nieuw besluit nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak.
14. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.496,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op binnen een termijn van acht weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.496,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van mr. Z.E.M. van der Maas, griffier.
De uitspraak is uitgesproken op:
De uitspraak zal openbaar worden gemaakt door publicatie op www.rechtspraak.nl.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.