ECLI:NL:RBDHA:2021:17030
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- J.G. Nicholson
- E. Kersten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met medische situatie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar moeder en gemachtigde mr. A.J. de Boer, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd geweigerd om uitstel van vertrek te verlenen vanwege de medische situatie van verzoekster. Het primaire besluit, genomen op 30 juni 2016, werd door de Staatssecretaris op 10 september 2021 ongegrond verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer AWB 21/5783.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar verzoekster en haar gemachtigde zijn niet verschenen. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. M.K. Ruijzendaal. Na de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien er inmiddels uitspraak was gedaan op het beroep in de hoofdzaak.
De uitspraak is openbaar gemaakt en gepubliceerd op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De beslissing is genomen door mr. J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier mr. E. Kersten.