ECLI:NL:RBDHA:2021:17007
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod van vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een terugkeerbesluit en inreisverbod opgelegd aan eiseres door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, dat op 31 oktober 2021 is genomen, houdt in dat eiseres een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van twee jaar is opgelegd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van 29 november 2021, waar de verweerder zich wel heeft laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat eiseres onvoldoende heeft aangetoond dat zij recht heeft op een vrijwillige terugkeer. Eiseres heeft verklaard niet terug te willen keren naar Ghana, wat door de rechtbank als een zwaarwegende reden is aangemerkt om het beroep ongegrond te verklaren. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gronden voor het terugkeerbesluit, waaronder het risico op onttrekking aan toezicht, voldoende zijn gemotiveerd door de verweerder. Eiseres heeft betwist dat zij zich aan het toezicht zal onttrekken, maar de rechtbank heeft deze argumenten verworpen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de zware gronden die aan het terugkeerbesluit ten grondslag liggen, feitelijk juist zijn en dat er een risico bestaat dat eiseres zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank heeft daarom het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter J.G. Nicholson in aanwezigheid van griffier E. Mulder.