Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een asielzoeker, eiser, die van Russische nationaliteit is. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 6 december 2021 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 20 december 2021, die via een beeldverbinding plaatsvond, was eiser aanwezig met zijn gemachtigde, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Eiser betwistte de grondslag van de bewaring en voerde aan dat zijn asielaanvraag serieus was en niet enkel bedoeld om de uitvoering van het terugkeerbesluit uit te stellen. Hij stelde dat zijn identiteit en nationaliteit al bekend waren bij de verweerder en dat er geen aanknopingspunten waren voor een Dublinclaim. De rechtbank overwoog dat de verweerder voldoende redenen had om aan te nemen dat eiser zijn asielaanvraag had ingediend om de terugkeer te verijdelen. De rechtbank oordeelde dat de grondslagen voor de maatregel van bewaring, met uitzondering van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder a, Vw, terecht waren toegepast.
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en kan worden aangevochten bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.