Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
- Identiteit, nationaliteit en herkomst; en
- Problemen met [A] als gevolg van de dood van [B] .
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 december 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Gambiaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser had eerder asiel aangevraagd in Italië, maar zijn aanvraag was daar niet in behandeling genomen. De rechtbank oordeelde dat de geboortedatum van eiser, zoals geregistreerd in Italië, geloofwaardig was en dat verweerder op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mocht uitgaan van deze geboortedatum. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat deze registratie onjuist was.
Eiser stelde dat hij verantwoordelijk werd gehouden voor de dood van een jongen, [B], door [A], het hoofd van de compound waar hij woonde. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eiser ongeloofwaardig waren, omdat hij geen nadere vragen had gesteld aan zijn tante over de toedracht van de dood van [B] en geen hulp had ingeroepen van de Gambiaanse autoriteiten. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij daadwerkelijk gevaar liep van [A].
De rechtbank heeft de aanvraag van eiser terecht afgewezen als ongegrond en het beroep ongegrond verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.