ECLI:NL:RBDHA:2021:16995
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 december 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van een Nigeriaanse eiseres en haar minderjarige kinderen. De eiseres had op 24 juli 2021 in Nederland een asielaanvraag ingediend, maar de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verklaarde deze aanvraag op 22 oktober 2021 niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 2 december 2021, waarbij de eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank overwoog dat Italië aan de eiseres internationale bescherming had verleend, geldig tot 17 december 2022, en dat er geen aanleiding was voor de Staatssecretaris om nader onderzoek te verrichten naar de verblijfsstatus van de eiseres en haar kinderen. De rechtbank concludeerde dat de eiseres en haar kinderen rechtmatig verblijf in Italië hebben en dat de aanvraag terecht niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank oordeelde dat de eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij niet naar Italië kon terugkeren en dat de rechten die voortvloeien uit haar verblijfsstatus in Italië zelf door haar geëffectueerd dienden te worden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees een proceskostenveroordeling af.