Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Tunesische eiser. De eiser had op 27 september 2021 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van artikel 59b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Tegen het voortduren van deze maatregel heeft de eiser beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. De verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft op 30 november 2021 de maatregel van bewaring opgeheven, waarna de rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de eiser van Tunesische nationaliteit is en dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was, ondanks de gegrondverklaring van het beroep in de asielprocedure op 26 november 2021. De rechtbank oordeelde dat de periode tussen de gegrondverklaring en de opheffing van de maatregel van bewaring, vier dagen, niet onevenredig lang was en dat er geen feiten of omstandigheden waren die verweerder hadden moeten aanzetten om de maatregel eerder op te heffen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, met de conclusie dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het moment van opheffing.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. J.A. Schuman, in aanwezigheid van griffier H. Achrak, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.