ECLI:NL:RBDHA:2021:16966

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
25 augustus 2022
Zaaknummer
NL21.16889, NL21.16891, NL21.16893
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaken

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 december 2021 uitspraak gedaan in de zaken NL21.16889, NL21.16891 en NL21.16893. Verzoekers, van Armeense nationaliteit, hadden een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun beroep tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 20 oktober 2021 afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 16 november 2021, waar verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. J.J.F.M. van Raak, aanwezig waren. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. L. Sinoo, heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting is ook een tolk, T. Gasparyan, aanwezig geweest. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de aan de voorlopige voorziening gerelateerde beroepen, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, in aanwezigheid van griffier mr. R.G. Kamphof. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: NL21.16889, NL21.16891 en NL21.16893

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker 1] , [verzoekster] en [verzoeker 2] , verzoekers

V-nummers: [V-nummer 1] , [V-nummer 2] en [V-nummer 3]
(gemachtigde: mr. L. Sinoo),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.J.F.M. van Raak).

Procesverloop

Bij besluiten van 20 oktober 2021 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL21.16888, NL21.16890 en NL21.16892, op 16 november 2021 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen T. Gasparyan. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoekers stellen van Armeense nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [2001] respectievelijk, [1975] en [2004] .
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL21.16888, NL21.16890 en NL21.16892, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.R.G. Kamphof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.