Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser. De maatregel was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op basis van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser had beroep ingesteld tegen dit besluit, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. Tijdens de zitting was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de behandeling ter zitting beoordeeld en uitspraak gedaan.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank overwoog dat er voldoende gronden waren voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser had aangevoerd dat hij om humanitaire redenen in Nederland asiel wilde aanvragen en dat hij medische problemen had die behandeling vereisten. De rechtbank oordeelde echter dat deze omstandigheden niet relevant waren voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de bewaring. De onbetwiste gronden die door verweerder waren aangevoerd, waren voldoende om de maatregel te rechtvaardigen.
De uitspraak werd openbaar gemaakt op 3 december 2021 en er werd aangegeven dat tegen deze uitspraak hoger beroep kon worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.