Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [v-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met Somalische nationaliteit. De maatregel was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op basis van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000, met als argument dat er zicht was op overdracht naar Duitsland en Frankrijk. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 22 november 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunten toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet zijn betwist door eiser. Eiser voerde aan dat er geen zicht op overdracht binnen een redelijke termijn was, omdat zowel Duitsland als Frankrijk de claimverzoeken hadden afgewezen. De rechtbank oordeelde echter dat er nog steeds zicht op overdracht was, aangezien de Nederlandse autoriteiten in contact stonden met de Belgische autoriteiten en de overdrachtstermijn nog niet was verlopen. Eiser stelde ook dat verweerder onvoldoende voortvarend had gehandeld, maar de rechtbank concludeerde dat verweerder wel degelijk voortvarend had gewerkt, gezien de tijdige verzending van de claimverzoeken. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.